Dit voorbeeld toont hoe een model genummerd moet worden dat meerdere fasen bevat waarbij elke fase verschillende details en schema´s heeft. Dit stelt u in staat om op elk moment tekeningen uit te geven voor een specifieke fase.

1. Pas voor onderdelen in elke fase een bepaalde nummerreeksprefix en een startnummer toe.

   Bijvoorbeeld:

   • De liggers in fase 1 krijgen de nummering serie met prefix L en het startnummer 1000.

   • De liggers in fase 2 krijgen de nummerreeks met prefix B en het startnummer 2000.

   

   (1) Fase 1: groen

   (2) Fase 2: magenta

2. Zorg ervoor dat de nummeringsreeksen niet overlappen.

   Om te voorkomen dat de nummering overlapt met de liggers in fase 2, mag fase 1 bijvoorbeeld niet meer dan 1000 positienummers bevatten.

3. Selecteer de onderdelen die u wilt nummeren.
   Tip:

   Gebruik selectiefilters om eenvoudig onderdelen te selecteren die horen bij een bepaalde fase of onderdelen met een specifiek startnummer. Ook kunt u selectiefilters gebruiken om specifieke fasen te negeren die al gereed zijn of fasen die nog niet gereed zijn voor nummering.

4. Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Instellingen nummering > Instellingen nummering om het dialoogvenster Nummering instelling te openen.
5. Pas de nummeringsinstellingen aan en klik op Toepassen.
6. Selecteer een van de onderdelen die u wilt nummeren.
7. Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Start nummeren > Reeks van geselecteerde objecten nummeren.

   Alle onderdelen die bij dezelfde nummering serie horen als het geselecteerde onderdeel worden genummerd.