De kleur en doorzichtigheid van modelobjecten wijzigen met behulp van objectweergave
Gebruik objectweergave om de kleur en doorzichtigheid van modelobjecten in modelvensters in te stellen en om aangepaste weergaven van het model te maken door gedefinieerde objectgroepen te gebruiken.
Met objectweergave-instellingen en objectgroepen kunt u definiëren dat bijvoorbeeld alleen sommige modelobjecten zichtbaar zijn of dat sommige modelobjecten een bepaalde kleur hebben.
Als u de objectweergave-instellingen wilt openen, klikt u op het tabblad Venster op Weergave. Het dialoogvenster Objectweergave wordt geopend.
Het wijzigen van de instellingen in het vak Objectweergave is van invloed op alle modelvensters.
De volgende afbeeldingen geven hetzelfde model met verschillende doorzichtigheidsinstellingen weer:
-
Standaard kleur- en doorzichtigheidsinstellingen
-
Alleen onderdelen waarvan de profielnaam met IPE* of HEA* begint zijn zichtbaar.
-
Onderdelen waarvan het gebruikersattribuut Geplande montagedatum op een bepaalde datum is ingesteld, worden blauw weergegeven terwijl alle andere onderdelen 90% doorzichtig zijn.
Gebruik de eigenschap Klasse om de kleur van onderdelen en wapening te wijzigen
Gebruik de objectweergave-instellingen Kleur per klasse en Zichtbaar om het wijzigen van de kleur van onderdelen en wapening in de onderdeel- en wapeningseigenschappen in te schakelen.
U kunt klassenummers ook gebruiken om de standaardkleur van stortobjecten en stortnaden te definiëren.
De kleur- en doorzichtigheidsinstellingen voor objectgroepen definiëren
Als uw instelling niet de groep All bevat, voegt Tekla Structures die regel onder aan de lijst toe wanneer u op Wijzigen, Toepassen of OK klikt.
Kleurinstellingen in objectweergave
Optie | Beschrijving |
---|---|
Als |
De huidige kleur wordt gebruikt. Als het object tot een van de objectgroepen behoort die in de volgende regels zijn gedefinieerd, wordt de kleur ervan gedefinieerd door de instellingen die de betreffende objectgroep op die regel heeft. |
Kleuren |
Selecteer de kleur in de lijst. |
Kleur per klasse |
Alle onderdelen krijgen een kleur op basis van de eigenschap Klasse. |
Kleur volgens vracht |
Onderdelen die tot verschillende vrachten of fasen behoren, krijgen verschillende kleuren volgens het vracht- of fasenummer:
|
Kleur volgens fase |
|
Kleur volgens analyse type |
Geeft onderdelen weer volgens de rekenklasse van het onderdeel. |
Kleur volgens gebruikscontrole bij berekening |
Geeft onderdelen weer volgens de gebruiksverhouding bij het berekenen. |
Kleur volgens attribuut |
Geeft onderdelen in verschillende kleuren weer volgens de waarden van een gebruikersattribuut. |
Doorzichtigheidsinstellingen in objectweergave
Optie | Beschrijving |
---|---|
Als |
De huidige zichtbaarheid. Als het object bij een objectgroep hoort waarvoor zichtbaarheids- en kleurinstellingen zijn gedefinieerd, worden de instellingen van deze objectgroep ingelezen. |
Zichtbaar |
Het object wordt in de vensters weergegeven. |
50% transparant |
Het object is doorzichtig in de vensters. |
70% transparant |
|
90% transparant |
|
Verborgen |
Het object wordt niet in de vensters weergegeven. |
Uw eigen kleuren voor objectgroepen in objectweergave definiëren
Als de kleureigenschappen niet toereikend zijn, kunt u uw eigen kleuren definiëren.
Gegevens over de kleuren die u voor de objectgroepen definieert, worden opgeslagen in het bestand used_custom_colors.clr dat zich in de map \attributes
van het huidige model bevindt.
Gegevens over de kleuren die u in het palet Aangepaste kleuren toevoegt, worden opgeslagen in het bestand xs_user.xxx in de modelmap (xxx is uw gebruikersnaam).
Objectweergave-instellingen naar een ander model kopiëren
Als u de instellingen in de map \attributes wilt verwijderen, selecteert u het bestand .rep en drukt u op Delete.