Modelobjecteigenschappen weergeven en wijzigen door het eigenschappenvenster te gebruiken

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Modelobjecteigenschappen weergeven en wijzigen door het eigenschappenvenster te gebruiken

Tekla Structures geeft de eigenschappen van verschillende modelobjecten weer in het eigenschappenvenster dat een zijvenster is.

Welke modelobjecten met het eigenschappenvenster moeten worden gewijzigd

Gebruik het eigenschappenvenster om de eigenschappen weer te geven en te wijzigen van:

U kunt slechts één eigenschappenvenster tegelijkertijd open hebben.Dit betekent dat u de eigenschappen van slechts één objecttype tegelijkertijd kunt weergeven.

U kunt het eigenschappenvenster aanpassen.U kunt voor elk objecttype apart selecteren welke eigenschappen u op het eigenschappenvenster wilt zien.U kunt bijvoorbeeld de instellingen rangschikken als u dat wilt of de instellingen die u niet nodig hebt verwijderen.

Het eigenschappenvenster openen

U opent de eigenschappen in het eigenschappenvenster als volgt:

  • Als het eigenschappenvenster is gesloten:dubbelklikt u op een modelobject of klikt u op de knop Eigenschappen in het zijvenster.

  • Als het eigenschappenvenster open is:selecteert u een modelobject.

    Of u houdt Shift ingedrukt en klikt op een commando in het lint als u de eigenschappen in het eigenschappenvenster wilt openen.

De eigenschappen van een modelobject wijzigen

  1. Als u de eigenschappen wilt gaan wijzigen, dubbelklikt u op een modelobject.

    Het eigenschappenvenster wordt geopend en geeft de huidige eigenschappen van het object weer.

  2. Wijzig indien nodig de eigenschappen.

    Tekla Structures markeert de gewijzigde eigenschappen in het eigenschappenvenster geel.

  3. Als u enkele van de wijzigingen wilt verwijderen, klikt u op de vinkjes naast elke instelling om ze te verwijderen.

    U kunt de vinkjes een voor een wissen of een hele sectie en al zijn eigenschappen selecteren.

    U kunt de knoppen Alles selecteren en Geen selecteren onderaan het eigenschappenvenster gebruiken om alle wijzigingen te selecteren of alle wijzigingen te verwijderen.

  4. Wanneer u klaar bent met de wijzigingen klikt u op Wijzigen om de wijzigingen toe te passen.
  5. Als u een object met de standaardwaarden in plaats van de zojuist door u toegepaste waarden wilt maken, laadt u eerst het standaardbestand.

Als u de contextuele werkbalk of rechtstreekse wijziging gebruikt om een modelobject te wijzigen, wijzigen de huidige eigenschappen niet en worden deze niet automatisch toegepast wanneer u het volgende object van hetzelfde type maakt.

De eigenschappen van meerdere modelobjecten wijzigen

U kunt meerdere modelobjecten in het model selecteren en de eigenschappen in één keer wijzigen.De geselecteerde modelobjecten kunnen van hetzelfde objecttype (zoals stalen kolommen) zijn of kunnen van verschillende objecttypen zijn.

Het eigenschappenvenster geeft alleen de eigenschappen weer die voor alle geselecteerde objecten gemeenschappelijk zijn.

  1. Selecteer de objecten in het model.

    Het eigenschappenvenster geeft de eigenschappen voor de geselecteerde objecten weer.

    De instellingen die verschillende opties hebben, hebben de tekst Varieert en de waarden of opties worden in een lijst weergegeven.Als er geen gemeenschappelijke eigenschappen zijn, is het eigenschappenvenster leeg.

  2. Wijzig indien nodig de eigenschappen.

    U kunt een waarde in een lijst selecteren of een nieuwe waarde voor een eigenschap invoeren, op dezelfde manier als wanneer slechts één modelobject wordt geselecteerd.

    Tekla Structures markeert de gewijzigde eigenschappen geel.

  3. Klik op Wijzigen.

    De geselecteerde eigenschappen worden gewijzigd.

Tip:

Als u wilt controleren welke objecten u in het model hebt geselecteerd, klikt u op de knop Objecttypelijst om de lijst met de geselecteerde objecten te openen.

Als u de objectselectie wilt wijzigen, houdt u Ctrl ingedrukt en klikt u in de lijst op de objecttypen die u in de selectie wilt uitsluiten of opnemen.

De inhoud van het eigenschappenvenster kan volgens uw selectie wijzigen.

Als u alle objecten wilt selecteren, klikt u op de knop Alles selecteren.

Schakelen tussen het automatisch en handmatig toepassen van eigenschappen

Wanneer u objecteigenschappen in het eigenschappenvenster wijzigt, kunt u tussen het automatisch en handmatig toepassen van eigenschappen schakelen.Dit betekent dat u kunt selecteren of alleen het geselecteerde object wordt gewijzigd of dat ook de volgende objecten van hetzelfde type dat u maakt de huidige waarden gebruiken.

U kunt in de optie Instellingen eigenschappenvenster op elk gewenst moment tussen het handmatig en automatisch toepassen van eigenschappen schakelen door de optie Standaardwaarden automatisch instellen in te schakelen.De optie is niet afhankelijk van het geselecteerde objecttype.

Opmerking:

Wanneer u dialoogvensters gebruikt om de eigenschappen van verschillende objecten weer te geven en te wijzigen, bepalen de knoppen OK, Toepassen en Wijzigen of de huidige waarden voor de volgende objecten van hetzelfde type worden gebruikt.

Handmatig toepassen van eigenschappen inschakelen

  1. Selecteer een object in het model.

  2. Klik op de knop Instellingen eigenschappenvenster in het eigenschappenvenster om een vervolgkeuzemenu te openen.

  3. Zorg ervoor dat de optie Standaardwaarden automatisch instellen niet is geselecteerd.

    De knop Als standaard instellen verschijnt onderaan het eigenschappenvenster.

    Als u meerdere objecten in het model hebt geselecteerd, verschijnt de knop Als standaard instellen niet.

  4. Wijzig indien nodig de eigenschapswaarden.

  5. Selecteer hoe u wilt doorgaan.

    • Als u alleen het geselecteerde object wilt wijzigen, klikt u op Wijzigen.

    • Als u het geselecteerde object wilt wijzigen en de huidige waarden voor de volgende objecten van hetzelfde type wilt gebruiken, klikt u op de knop Als standaard instellen en klikt u vervolgens op Wijzigen.

    • Als u de huidige waarden voor de volgende objecten van hetzelfde type wilt gebruiken maar niet om het geselecteerde object te wijzigen, klikt u op de knop Als standaard instellen.

    Tekla Structures wijzigt afhankelijk van uw acties het geselecteerde object of maakt het volgende object van hetzelfde type met de huidige waarden.

Automatisch toepassen van eigenschappen inschakelen

Dit is de standaardoptie.

  1. Selecteer een object in het model.

  2. Klik op de knop Instellingen eigenschappenvenster in het eigenschappenvenster om een vervolgkeuzemenu te openen.

  3. Zorg ervoor dat de optie Standaardwaarden automatisch instellen is ingeschakeld.

    Als de optie Standaardwaarden automatisch instellen is ingeschakeld, gebruikt Tekla Structures automatisch de huidige waarden voor de volgende objecten van hetzelfde type.

  4. Wijzig indien nodig de eigenschapswaarden.

  5. Klik op Wijzigen.

    Tekla Structures wijzigt het object en maakt het volgende object van hetzelfde type met de huidige waarden.

De zichtbaarheid van eigenschappen in het eigenschappenvenster definiëren

U kunt definiëren welke eigenschappen in het eigenschappenvenster worden weergegeven zonder de opmaak van het eigenschappenvenster aan te passen door de Instellingen eigenschappenvenster te gebruiken.

  1. Klik op de knop Instellingen eigenschappenvenster om een vervolgkeuzemenu te openen.
  2. Als u alle eigenschappengroepen wilt uitvouwen of samenvouwen, klikt u op Alles uitvouwen of Alles samenvouwen.
  3. Selecteer of u in het eigenschappenvenster alleen die eigenschappen wilt weergeven die een waarde of eigenschappen met gedefinieerde zichtbaarheidsinstellingen hebben.
    • Eigenschappen weergeven die een waarde hebben:het eigenschappenvenster geeft alle eigenschappen en gebruikersattributen (UDA's) weer waarvoor u of iemand anders een waarde heeft ingevoerd.Eigenschappen en gebruikersattributen die geen waarde hebben, worden verborgen.

      Gebruikersattributen met een waarde worden in de eigenschappengroep Extra overeenkomsten weergegeven.

      De optie Eigenschappen weergeven die een waarde hebben is voor alle objecttypen gemeenschappelijk.Als u bijvoorbeeld een stalen ligger in het model selecteert, de optie Eigenschappen weergeven die een waarde hebben gebruikt en vervolgens een betonbalk in het model selecteert, worden alleen eigenschappen weergegeven die een waarde voor de betonbalk hebben.

    • Eigenschappen op basis van zichtbaarheidsinstellingen weergeven:het eigenschappenvenster geeft alle eigenschappengroepen weer die als zichtbaar zijn gemarkeerd.Eigenschappengroepen met het pictogram zijn zichtbaar.Eigenschappengroepen met het pictogram zijn verborgen.Klik op de namen van eigenschappengroepen om de zichtbaarheid te wijzigen.U kunt alleen de eigenschappengroepen op het hoofdniveau weergeven en verbergen, niet de geneste groepen.

      De optie Eigenschappen op basis van zichtbaarheidsinstellingen weergeven is voor alle objecttypen gemeenschappelijk.Als verschillende objecttypen eigenschappengroepen met dezelfde naam hebben, wordt de zichtbaarheid van een eigenschappengroep voor alle objecttypen aangepast.Als u bijvoorbeeld een stalen ligger selecteert, de eigenschappengroep Positie verbergt en vervolgens een betonbalk selecteert, wordt de eigenschappengroep Positie voor de betonbalk ook verborgen.

    Als u de standaard zichtbaarheid van eigenschappengroepen eenvoudig wilt definiëren, gebruikt u de Eigenschappenvenstereditor.De wijzigingen in de zichtbaarheidsinstellingen in het eigenschappenvenster overschrijven de standaard instellingen die in de Eigenschappenvenstereditor zijn gedaan.

  4. Als u het eigenschappenvenster moet aanpassen, klikt u op Aanpassen... om de Eigenschappenvenstereditor te openen.

In het eigenschappenvenster zoeken

Gebruik de zoekopdracht om de benodigde eigenschappen of de gebruikersattributen (UDA's) te zoeken.Voer de zoekterm in het zoekvak in het eigenschappenvenster in.

Als u meerdere verschillende objecttypen in het model hebt geselecteerd, zoekt de zoekopdracht naar eigenschappen die voor alle geselecteerde objecttypen gemeenschappelijk zijn.Gebruikersattributen die met de zoekcriteria overeenkomen worden weergegeven, zelfs als ze niet aan de opmaak van het eigenschappenvenster zijn toegevoegd.

Als u één enkel sterretje * in het zoekvak invoert, worden alle eigenschappen en gebruikersattributen weergegeven die voor het geselecteerde objecttype beschikbaar zijn.U kunt vervolgens eenvoudig een waarde voor een eigenschap of voor een UDA invoeren, zelfs als de eigenschap of het UDA niet standaard in het eigenschappenvenster zichtbaar is.

Instellingen eigenschappenvenster

Wanneer u de instellingen van het eigenschappenvenster wijzigt door op de knop Instellingen eigenschappenvenster te klikken en een optie in te schakelen, worden de huidige instellingen in het bestand PropertyPaneSettings.xml in de map ..\Users\<user>\AppData\Local\Trimble\Tekla Structures\<version>\UI\PropertyPane\ opgeslagen.Als u de instellingen niet wijzigt, wordt het bestand PropertyPaneSettings.xml niet gemaakt.

De instellingen in het bestand PropertyPaneSettings.xml zijn:

  • FilterMode:ByData voor Eigenschappen weergeven die een waarde hebben

  • FilterMode:ByGroup voor Eigenschappen op basis van zichtbaarheidsinstellingen weergeven

  • AutoApply:True als Standaardwaarden automatisch instellen is ingeschakeld

  • AutoApply:False als Standaardwaarden automatisch instellen niet is ingeschakeld

Het bestand PropertyPaneSettings.xml wordt gelezen wanneer Tekla Structures wordt gestart en een model wordt geopend.

Als de instellingen in het bestand PropertyPaneSettings.xml zijn aangepast, kunnen de bedrijfsbeheerders de instellingen van het aangepaste eigenschappenvenster naar andere gebruikers in het bedrijf distribueren.Het bestand PropertyPaneSettings.xml moet in de submap \PropertyPane\ in een model-, project- (XS_PROJECT), bedrijfs- (XS_FIRM) of omgevingsbestand (XS_SYSTEM) worden geplaatst.De instellingen van het eigenschappenvenster in de map ..\Users\<user>\AppData\Local\Trimble\Tekla Structures\<version>\UI\PropertyPane\ heeft de hoogste prioriteit en daarna gebruikt Tekla Structures de standaard zoekvolgorde.

Als het bestand PropertyPaneSettings.xml in meerdere verschillende maplocaties wordt geplaatst, leest Tekla Structures de instellingen van verschillende mappen en voegt ze samen.

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende