Als u problemen tijdens het installeren van de Tekla-licentieserver ondervindt, wordt de licentieserver mogelijk niet automatisch opgestart. Als dit gebeurt, moet u de licentieserver handmatig configureren met LMTOOLS.

1. Ga afhankelijk van uw Windows-besturingssysteem naar Tekla Licensing > LMTOOLS via het menu Start of het Startscherm. Start LMTOOLS met beheerrechten.
2. Ga naar het tabblad Service/License File en selecteer Configuration using services.
3. Ga naar het tabblad Config Services en doe het volgende:

   Service Name: Selecteer de licentieverleningsservice. Als u met de Tekla-licentieserver werkt, moet u altijd Tekla Licensing Service selecteren.

   Pad naar lmgrd.exe: Klik op Bladeren en zoek lmgrd.exe. Dit bestand bevindt zich standaard in de map C:\Tekla\License\Server.

   Pad naar license.exe: Klik op Bladeren en zoek tekla.lic. Dit bestand bevindt zich standaard in de map C:\Tekla\License\Server.

   Path to the debug log file: Klik op Browse en zoek tekla_debug.log.

   Dit bestand bevindt zich standaard in de map C:\Tekla\License\Server.

   Als u de logboekregistraties in het logboekbestand voor foutopsporing wilt toevoegen, begint u het padnaam van het logboekbestand voor foutopsporing met het plusteken (+), zoals standaard voor tekla_debug.log. Als het plusteken ontbreekt, wordt het logboekbestand elke keer als de service wordt gestart herschreven.

   Als u Path to the debug log file buiten de map "C:\ProgramData\..." instelt, krijgt u een foutmelding: "Windows preferred path <SystemDrive>\ProgramData to store service data is not set." Deze foutmelding kan worden genegeerd.

   Use Services: Schakel het selectievakje in om de licentieservice als een Windows-service uit te voeren.

   Start Server at Power Up: Schakel dit selectievakje in om de licentieservice automatisch na het opstarten van Windows te starten.

4. Klik op de knop Save Service om de instellingen op te slaan.
5. Ga naar het tabblad Utilities en doe het volgende:

   Vendor Name: Voer tekla in (allemaal kleine letters).

   Pad: Voer de naam van de licentieserver in.

   • Als de licentieserver en Tekla Structures op dezelfde computer staan, voert u @localhost in. U kunt ook de TCP/IP-poort invoeren, bijvoorbeeld 27007@localhost.
   • Als de licentieserver en Tekla Structures op aparte computers uitvoert, voert u de hostnaam van de licentieserver in, bijvoorbeeld @server_hostname.
   • U kunt ook de TCP/IP-poort van de licentieserver invoeren, bijvoorbeeld 27007@server_hostname. U moet de poort definiëren als u een andere poort dan de standaardpoort gebruikt.
   • U kunt ook meerdere licentieservers invoeren. Gebruik een puntkomma om de servernamen van elkaar te scheiden, bijvoorbeeld 27007@server_hostname;27007@localhost.
6. Klik op de knop Override Path om de bestaande die licentieservers die in de statuslijst op het tabblad Server Status worden weergegeven te vervangen.
7. Ga naar het tabblad Start/Stop/Reread (Start/Stop/Reread) en klik op Start Server om de licentieserver opnieuw te starten.

   De statusbalk moet een melding weergeven die aangeeft dat server is gestart.

8. Ga naar het tabblad Server Status en vraag de licentieserverstatus op door op Perform Status Enquiry te klikken.