Symbolen in tekeningen toevoegen

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Symbolen in tekeningen toevoegen

U kunt symbolen als zodanig in tekeningen en labels, objectweergaven en lijnpijlen gebruiken. Symbolen kunnen in de Symbool Editor (SymEd) worden gemaakt en bewerkt. De bestandsextensie voor symbolen is .sym.

Symbolen in tekeningen toevoegen

U kunt symbolen in geopende tekeningen toevoegen.

Symbolen die in geopende tekeningen worden toegevoegd, kunnen op drie verschillende manieren worden weergegeven: zonder aanhaallijn, met aanhaallijn en langs lijn. Tekla Structures voegt symbolen toe met de eigenschappen die in Symbooleigenschappen zijn gedefinieerd. In alle typen labels kunt u symbolen toevoegen.

  1. Houd in de tekening de Shift ingedrukt en klik op het tabblad Opmerkingen op Symbool en een van de volgende symboolcommando's:
    • Symbool: voeg in de huidige tekening een symbool toe zonder een aanhaallijn.

    • Langs lijn: maak een symbool langs de lijn die u definieert door twee punten aan te wijzen. Wijs vervolgens een invoegpunt voor het symbool aan.

    • Met aanhaallijn: voeg een symbool toe met een aanhaallijn die naar het punt wijst dat u het eerste aanwijst.

      Raadpleeg voor meer informatie over de typen aanhaallijn Aanhaallijntypen.

  2. Wijzig de symbooleigenschappen.
    • Bestand: wijzig het symboolbestand dat in gebruik is.
    • Nummer: wijzig het symbool.
    • Symbool: wijzig de kleur, de hoogte en de hoek van het symbool.
    • Kader: wijzig het kadertype, de aanhaallijn en de kleur.
  3. Klik op OK.
  4. Selecteer één tot drie punten in de tekening om het symbool te plaatsen. Het geselecteerde symboolcommando is van invloed op het aantal te selecteren punten.

Symbolen in labels toevoegen

U kunt het te gebruiken symboolbestand en het in het label toe te voegen symbool selecteren.

  1. Dubbelklik in een geopende tekening op een label.
  2. Dubbelklik in de labeleigenschappen in de lijst Beschikbare elementen op Symbool.
  3. Klik in het dialoogvenster Labelinhoud - symbool op Selecteren naast het vak Bestand om het te gebruiken symboolbestand te selecteren.
  4. Als u het bestand hebt geselecteerd, klikt u op Selecteren naast het vak Nummer en dubbelklikt u op het symbool dat u wilt gebruiken. U kunt ook het nummer van het symbool invoeren als u weet.
  5. Klik op OK.

    Tekla Structures voegt de naam van het symboolbestand en het nummer van het symbool in de lijst met elementen toe.

  6. Klik op Wijzigen in de labeleigenschappen.

    Tekla Structures voegt het symbool in het label toe.

Een symbool in een symboolbestand wijzigen

U kunt wijzigingen aan een symbool in een symboolbestand aanbrengen. Als u dit doet, raden wij aan het bestand met een andere naam en in een andere map op te slaan, bijvoorbeeld in de model-, bedrijfs- of projectmap.

  1. Afhankelijk van waar u zich in Tekla Structures bevindt, kunt u een symboolbestand op verschillende manieren in de Symbool Editor openen:
    • Klik in het menu Bestand op Editors > Symbool Editor. Open een symboolbestand met Bestand > Openen.
    • Open het dialoogvenster Labelinhoud - symbool door in een geopende tekening op een label te dubbelklikken en Symbool in de lijst met beschikbare labelelementen in het dialoogvenster met labeleigenschappen te selecteren. Klik vervolgens op Selecteren..., selecteer een bestand met de browser Symboolbestanden en klik op Bewerken....
    • Open het dialoogvenster Symbooleigenschappen door op een symbool dat u in een tekening hebt toegevoegd te dubbelklikken. Klik vervolgens op Selecteren..., selecteer een bestand met de browser Symboolbestanden en klik op Bewerken....
  2. Wijzig het bestand in de Symbool Editor:
    1. Klik op het symbool in het vak en schets uw nieuwe symbool met tekentools.

      U kunt ook AutoCAD- of MicroStation-bestanden importeren op het tabblad Importeren.

    2. Wanneer u over het symbool tevreden bent, wijst u het symboolvak aan om het nummer van het nieuwe symbool onderin het venster te controleren.

      U moet op veel plaatsen tijdens het toevoegen van een symbool het nummer van het symbool weten om het te kunnen gebruiken.

  3. Klik op Bestand > Opslaan als... en geef een nieuwe naam op.

    U kunt het bestand ook met een nieuwe naam in een nieuwe locatie opslaan, bijvoorbeeld in de model-, bedrijfs- of projectmap. Het wordt ten zeerste aanbevolen de oorspronkelijke symboolbestanden die bij de Tekla Structures-software worden geleverd niet te wijzigen. Als u symbolen moet wijzigen, kopieert u het oorspronkelijke symboolbestand en werkt u in de kopie, zodat het oorspronkelijke symboolbestand intact blijft.

    Tekla Structures leest de symboolbestanden in een bepaalde zoekvolgorde. Raadpleeg het onderstaande gedeelte 'Zoekvolgorde voor symboolbestanden'.

  4. Klik op OK.
Tip:

U kunt in de Symbool Editor symbolen kopiëren tussen symboolbestanden (*.sym). Druk op Ctrl + C en selecteer het symbool dat u wilt kopiëren. Open vervolgens het symboolbestand waarnaar u het symbool wilt kopiëren (of maak een nieuw symboolbestand), selecteer de locatie voor het symbool en druk op Ctrl + V.

Het symboolbestand wijzigen dat in gebruik is

U kunt het symboolbestand dat momenteel in gebruik is, wijzigen als het huidige symboolbestand niet de symbolen bevat die u nodig hebt.

  1. Afhankelijk van waar u mee werkt, kunt het volgende doen:
    • Open het dialoogvenster Labelinhoud - symbool door in een geopende tekening op een label te dubbelklikken en Symbool in de lijst met beschikbare labelelementen in het dialoogvenster met labeleigenschappen te selecteren.
    • Open het dialoogvenster Symbooleigenschappen door op een symbool dat u in een tekening hebt toegevoegd te dubbelklikken.
  2. Klik op Selecteren... naast het vak Bestand.
  3. Selecteer een nieuw bestand in de lijst Symboolbestanden en klik op OK of dubbelklik op het bestand.

Een nieuw symboolbestand maken

Naast de standaard symboolbestanden die met Tekla Structures worden geleverd, kunt u uw eigen symboolbestanden maken en deze bijvoorbeeld in de model-, bedrijfs- of projectmap opslaan.

Als u besluit om uw eigen bestanden te gebruiken, kunt u DXK_SYMBOLPATH in het bestand options.ini onder de modelmap toevoegen en daar uw eigen mappaden voor symboolbestanden definiëren. De symboolbestanden worden in een bepaalde zoekvolgorde gelezen. Raadpleeg de onderstaande paragraaf 'Zoekvolgorde voor symboolbestanden'.

  1. Klik in het menu Bestand op Editors > Symbool Editor.
  2. Klik op Bestand > Nieuw.

    U kunt ook een bestaand symboolbestand openen, dit bewerken en met een nieuwe naam opslaan.

  3. Maak het symbool in de Symbool Editor.
  4. Klik op Bestand > Opslaan en sla het symboolbestand op in de map die u voor het bewaren van uw symboolbestanden gebruikt.

    Als u een bestaand symboolbestand hebt geopend, gebruikt u Bestand > Opslaan als en geeft u het symboolbestand een andere naam.

Symbooleigenschappen wijzigen

U kunt de eigenschappen van de symbolen in een geopende tekening wijzigen.

U wijzigt de symbooleigenschappen als volgt:

  1. Dubbelklik op een symbool.
  2. Schakel in het dialoogvenster alle selectievakjes uit door op de aan-/uitknop onder aan het dialoogvenster te klikken en selecteer alleen de selectievakjes naast de eigenschappen die u wilt wijzigen.
  3. Wijzig indien nodig het symboolbestand dat in gebruik is en selecteer het symbool dat u wilt gebruiken.
  4. Als u de plaatsingsinstellingen van het symbool wilt wijzigen, klikt u op Plaats...

    U kunt hier een vrije of vaste plaatsing, de zoekstap en de minimale afstand instellen en het gewenste kwadrant voor het plaatsen van het symbool selecteren.

    Raadpleeg voor meer informatie Plaatsingseigenschappen voor labels, maatlijnen, opmerkingen, tekst en symbolen.

  5. Ga naar het tabblad Uiterlijk en stel de symboolkleur, de hoogte en de hoek, het kadertype, de aanhaallijn en de kleur in.
    Raadpleeg voor meer informatie over de typen aanhaallijn Aanhaallijntypen.
  6. Klik op Wijzigen.

Pijlsymbolen voor aanhaallijnen aanpassen

Als u geen geschikte aanhaallijnpijl in de lijst Pijl in labeleigenschappen vindt, kunt u een eigen pijl toevoegen.

U maakt eerst het pijlsymbool in de Symbool Editor en slaat het gemaakte symbool op in het bestand arrow.sym. U moet vervolgens de positie van het nieuwe symbool in het bestand arrow.sym aan het configuratiebestand arrow.txt toevoegen, waarin wordt aangegeven welke pijlen voor gebruik in uw omgeving beschikbaar zijn.

  1. Klik in het menu Bestand op Editors > Symbool Editor om de Symbool Editor te openen.
  2. Open het bestand arrow.sym dat zich bevindt in de common-omgeving of in uw omgeving in de symbolenmap.
  3. Klik op een leeg symboolvak en schets het symbool met tekeningtools.

    U kunt ook AutoCAD- of MicroStation-bestanden importeren via Bestand > Importeren.

  4. Wanneer het symbool klaar is, wijst u het symboolvak aan om het nummer van het nieuwe symbool onderin het venster te controleren.

  5. Het bestand arrow.sym opslaan door te klikken op Bestand > Opslaan.
  6. Klik op Bestand > Afsluiten om de Symbool Editor te sluiten.
  7. Open het bestand arrow.txt dat zich in dezelfde map met symbolen bevindt als het bestand arrow.sym.

    Het bestand bevat een lijst met symboolnummers.

  8. Voeg het nummer van uw symbool, voorafgegaan door nul (0), toe aan de juiste positie en scheid deze met een komma:

    016,017,018,019,020,021,022,023,024,032,048,049,101,102,110,200

  9. Klik op Bestand > Opslaan om uw wijziging op te slaan.
  10. Voeg op uw computer een bitmap van de gemaakte pijl aan de map ..\ProgramData\Trimble\Tekla Structures\<version>\Bitmaps toe.

    Gebruik de volgende notatie voor de bestandsnaam: dr_dialog_arrow_type_022.bmp.

  11. Dubbelklik op een label in een tekening om labeleigenschappen te openen.
  12. Open de lijst Pijl en u kunt zien dat het nieuwe pijlsymbool nu kan worden gebruikt.

Opmerking:

U wordt aangeraden om voor symbolen een firm-map te definiëren, omdat de standaardmappen worden overschreven wanneer u een upgrade naar een nieuwere versie van Tekla Structures uitvoert. Voeg de bedrijfsmap aan de variabele DXK_​SYMBOLPATH toe. Raadpleeg voor instructies over het definiëren van een firm-map de gerelateerde sectie hieronder.

Oppervlaktesymbolen in tekeningen toevoegen

U kunt oppervlaktesymbolen in betontekeningen toevoegen met de macro Oppervlaktesymbolen toevoegen.

U moet er voordat u begint voor zorgen dat u een object hebt dat in het model oppervlakte heeft en dat u een betontekening van dat object hebt gemaakt. Controleer ook in de eigenschappen van de betontekening of de oppervlakte op Zichtbaar is ingesteld.

  1. Open een tekening dat een onderdeel met een oppervlakte bevat.
  2. Klik op de knop Applicaties en componenten in het zijvenster om de database Applicaties en componenten te openen.
  3. Klik op de pijl naast Applicaties om de lijst met applicaties te openen.
  4. Dubbelklik op Oppervlaktesymbolen toevoegen.

  5. Selecteer in het dialoogvenster Oppervlaksymbolen maken de tekst die u in het oppervlaktesymbool van de lijst Beschikbare elementen wilt opnemen en voeg de tekst aan Elementen in label toe door op Toevoegen > te klikken.
  6. Selecteer Alle vensters om symbolen in alle tekeningaanzichten op te nemen of Geselecteerde vensters om de symbolen alleen op te nemen in de aanzichten die u selecteert.
  7. Wijzig indien nodig de lettertype-instellingen.
  8. Als u Geselecteerde vensters hebt geselecteerd, selecteert de vensters waar u oppervlaktesymbolen wilt hebben.
  9. Klik op Maken.

Tekla Structures maakt de oppervlaktesymbolen volgens de gedefinieerde instellingen. U kunt de symbooleigenschappen en de tekst achteraf wijzigen in Teksteigenschappen dat wordt geopend als u op het symbool dubbelklikt.

Symbool Editor

U kunt de Symbool Editor openen door op Bestand > Editors > Symbool Editor te klikken. In de Symbool Editor kunt u nieuwe symboolbestanden maken en symbolen maken en wijzigen.

Met het dialoogvenster Symboolbestanden in de Tekening Editor kunt u het symboolbestand dat in gebruik is wijzigen. Het biedt ook toegang tot de Symbool Editor.

We raden u aan de Symbol Editor User's Guide te bekijken, zodat u vertrouwd raakt met het maken van nieuwe symbolen en het wijzigen van de bestaande.

Het wordt ten zeerste aanbevolen de oorspronkelijke symboolbestanden die bij de applicatie Tekla Structures worden geleverd niet te wijzigen. Als u symbolen moet wijzigen, kopieert u het oorspronkelijke symboolbestand en werkt u in de kopie, zodat het oorspronkelijke symboolbestand intact blijft.

Als uw symbolen zich in een beveiligde map bevinden, zijn de symbolen alleen-lezen, omdat u een gewijzigd symbool in een beveiligde map niet kunt opslaan als u geen beheerder bent. Voer in dat geval Tekla Structures als beheerder uit.

Zoekvolgorde voor symboolbestanden

De symboolbestanden (.sym) worden in de volgende mappen en in deze volgorde doorzocht:

  1. Alle DXK_SYMBOLPATH-mappen

    De variabele DXK_SYMBOLPATH wordt gedefinieerd in het omgevingsinitialisatiebestand <your_environment>.ini en in het Tekla Structuresteklastructures.ini-initialisatiebestand.

    Daarnaast kunt u uw eigen DXK_SYMBOLPATH in options.ini onder de modelmap toevoegen en daar uw eigen symboolmappaden definiëren. De padinstellingen in het bestand <your_environment>.ini moeten hier worden toegevoegd.

    De leesvolgorde van de .ini-bestanden die de definitie DXK_SYMBOLPATH bevatten:

    1. teklastructures.ini

    2. <your_environment> .ini

    3. options.ini

  2. Huidige modelmap

    Voeg hier eventuele extra symboolbestanden toe die u mogelijk nodig hebt.

Alle symboolbestanden die zijn gevonden, kunnen in Tekla Structures worden gebruikt. Als er dubbele bestandsnamen voorkomen, wordt het eerst gevonden bestand gebruikt en wordt de rest verwijderd. Als de modelmap een symboolbestand bevat dat dezelfde naam heeft als een ander symboolbestand, wordt in DXK_SYMBOLPATH degene in de modelmap verwijderd.

Voorbeeld van het tijdelijk overschrijven van een symbool

Als er geen permanente noodzaak is om uw eigen symboolpaden in het bestand options.ini in de modelmap toe te voegen, kunt u symbolen tijdelijk overschrijven. In dit voorbeeld overschrijft u het lassymbool tijdelijk met een aangepast symbool dat zich in uw modelmap bevindt:

  1. Pas het symbool eerst in ts_welds.sym aan.
  2. Kopieer de bewerkte ts_welds.sym in uw modelmap C:\TeklaStructuresModels\ <mymodel>.
  3. Open het bestand options.ini dat zich in uw modelmap bevindt en voeg de regel DXK_SYMBOLPATH=C:\ TeklaStructuresModels\<mymodel>; C:\TeklaStructures\2017\Environments\common\symbols; plus eventuele andere symboolmappen in uw lokale omgeving toe.

Een bedrijfsmap voor afbeeldingen en symbolen definiëren

U kunt een bedrijfsmap definiëren waarin Tekla Structures altijd naar afbeeldingen en symbolen zoekt. Wanneer u afbeeldingen en symbolen in deze map opslaat, hoeft u ze niet naar een andere map te verplaatsen als u een nieuwe versie van Tekla Structures installeert. Bij de installatie van een nieuwe versie worden de bestanden in de bedrijfsmap niet vervangen.

Definieer de bedrijfsmap in het bestand options.ini onder de modelmap of in user.ini met de variabele XS_FIRM.

U definieert de bedrijfsmap voor afbeeldingen en symbolen in het bestand options.ini als volgt:

  1. Wijzig het bestand options.ini door de variabele DXK_SYMBOLPATH op te nemen die naar de bedrijfsmap verwijst.

    De variabele DXK_SYMBOLPATH kan meerdere paden bevatten die door puntkomma's worden gescheiden.

    Vanaf Tekla Structures-versie 19.0 hebben de mappaddefinities zoals %DATADIR% of %XS_FIRM% in DXK_SYMBOLPATH de paden niet correct geconverteerd wanneer deze in options.ini uit de bedrijfsmap werden gebruikt. Deze definities werken echter correct indien ze in user.ini worden gebruikt. Momenteel moet u de absolute paden voor DXK_SYMBOLPATH in options.ini in de bedrijfsmap schrijven, zoals in het onderstaande voorbeeld:

    DXK_SYMBOLPATH=C:\ProgramData\Trimble\Tekla Structures\2017\Environments\common\symbols\;C:\firm\Symbols\;

  2. Klik in de Template Editor op Opties > Voorkeuren > Bestandslocaties en voer het pad naar de bedrijfsmap ook voor Symbolen, afbeeldingen in.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende