U kunt de eigenschappen van detaillabels, detailvensterlabels en detailkaders wijzigen in een geopende tekening.

1. Dubbelklik op een detaillabel om het dialoogvenster Eigenschappen detail weer te geven.
2. Wijzig de detailnaam in het vak Naam detail.
3. Klik op het tabblad Aanzichtlabel op de knop ... naast A1–A5 om het dialoogvenster Labelinhoud te openen en selecteer de elementen die in het detailvensterlabel moeten worden opgenomen.
4. Selecteer indien nodig een element in de lijst, klik op Toevoegen > en selecteer voor het kader Type en Kleur. U kunt deze opties voor elk element afzonderlijk instellen.
5. Selecteer indien nodig een element in de lijst en selecteer de tekst Kleur, Lettertype en Hoogte. U kunt deze opties voor elk element afzonderlijk instellen.
6. Stel op het tabblad Positie in het dialoogvenster Labelinhoud de tekstpositie, de horizontale en verticale offset en de tekstuitlijning in. De tekstpositie is afhankelijk van de vraag of u een symbool gebruikt.
7. Klik op Wijzigen.
8. Selecteer het Symbool van het aanzichtlabel dat in het label moet worden gebruikt. U kunt ook de kleur, de grootte en de lijnlengte van de lijn en het symbool van het aanzichtlabel instellen.
9. Selecteer de positie Verticaal en Horizontaal van het aanzichtlabel.
10. Ga naar het tabblad Detailomkadering en definieer de vorm van de omkadering en de kleur en het type van de omkaderingslijn.

    Gebruik de variabele XS_DETAIL_BOUNDARY_RADIUS om een vaste grootte in te stellen voor de detailomkadering.

11. Klik op het tabblad Detaillabel op de knop ... naast A1–A5 om het dialoogvenster Labelinhoud te openen en selecteer de elementen die in het detaillabel moeten worden opgenomen.
12. Wijzig de elementweergave en de labelpositie zoals in stap 3, 4 en 5 hierboven wordt beschreven.
13. Klik op Wijzigen.
14. Selecteer het Symbool van het detaillabel dat in het label moet worden gebruikt. U kunt ook de kleur en de grootte van het symbool wijzigen.
15. Klik op Wijzigen in het dialoogvenster Eigenschappen detail.