Betonnen console (111)
Met Betonnen console (111) wordt een verbinding gemaakt tussen een betonkolom en twee aansluitende betonbalken. De balken rust op een console die aan de kolom is bevestigd.
Gemaakte objecten
- Console
- Neopreenstrook
- Stalen platen
- Ankers
- Buizen
- Stekankers
Gebruiken voor
Situatie | Beschrijving |
---|---|
|
Consoleverbinding tussen een betonkolom en twee betonbalken. |
|
Consoleverbinding tussen een betonkolom en één betonbalk. |
Selectievolgorde
- Selecteer het hoofdonderdeel (kolom).
- Selecteer het eerste aansluitende onderdeel (ligger).
- Selecteer het aansluitende onderdeel (ligger).
- Klik met de middelste muisknop om de verbinding te maken.
Tabblad Afbeelding
Gebruik het tabblad Afbeelding om de vorm en maatlijnen van de console, de stalen ondersteuningsplaten en de neopreenlayer te definiëren.
Tabblad Onderdelen
Gebruik het tabblad Onderdelen om eigenschappen voor de console, de neopreenlayer en de optionele stalen platen te definiëren.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Console |
Definieer de prefix en een startnummer voor het positienummer van de onderdelen, het materiaal, de naam, de klasse en het commentaar voor de console.
Definieer de breedte op het tabblad Afbeelding. Als geen waarde wordt ingevoerd, is de breedte hetzelfde als de breedte van de ligger. |
Toevoeging console aan kolom |
Selecteer hoe de console aan de kolom wordt bevestigd.
De standaardinstelling is Onderdelen samenvoegen. De optie Geen actie betekent dat de console een los onderdeel is en niet is bevestigd aan een ander onderdeel in de component. |
Maak console als |
Selecteer het profieltype van de console.
De standaardinstelling is Willekeurige plaat. Willekeurige plaat = de console wordt gemaakt met het commando Willekeurige plaat. Ligger = de console wordt gemaakt met het commando Ligger.
|
Neopreen |
Eigenschappen van de neopreenlayer.
Tussen de ligger en de console kan een neopreenplaat worden gemaakt voor het absorberen van schokken en het dempen van geluiden. Als een neopreenblok in de vorm van een trapezium wordt gebruikt, wordt de gedefinieerde dikte de dikte op de kolomzijde. |
Neopreen hoort bij |
Selecteer aan welk onderdeel de neopreenlayer wordt bevestigd en hoe de neopreen wordt bevestigd.
De standaardinstelling is Ligger en Las. |
Gaten in de neopreen |
Selecteer hoe de gaten in het neopreenonderdeel worden gemaakt.
De standaardinstelling is Door bout. |
Diameter gaten in neopreen |
Diameter van de gaten in het neopreenonderdeel.
De gaten in het neopreenonderdeel zijn standaard even groot als de gaten in de console. Voer een waarde in om deze standaardgrootte van de gaten te overschrijven. |
|
Selecteer of de neopreenlayer voor elke afzonderlijk ligger wordt gesplitst.
|
Stalen plaat horizontaal |
Grootte en eigenschappen van de horizontale stalen plaat.
De plaat wordt onder het neopreenonderdeel geplaatst. |
Stalen plaat verticaal |
Grootte en eigenschappen van de verticale stalen plaat.
De plaat wordt aan de consolezijde geplaatst.
|
Toevoegen stalen plaat - kolom d.m.v. |
Selecteer hoe de stalen plaat aan de kolom wordt bevestigd.
De standaardinstelling is Las. |
Tabblad Anker
Gebruik het tabblad Anker om de eigenschappen van de ankers, moeren, ringen en gains te definiëren en te selecteren hoe deze onderdelen aan de console of het hoofdonderdeel worden bevestigd.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Ankers |
Ankerprofiel.
Definieer de lengte en het aantal ankers op het tabblad Ankers. |
Type wapeningsstaven |
Selecteer het type wapeningsstaaf. |
Stekken horen bij |
Selecteer aan welk onderdeel de ankers worden bevestigd en hoe de ankers worden bevestigd.
De standaardinstelling is Kolom en Las. |
Alle ankers dezelfde lengte |
Selecteer of de ankers dezelfde lengte hebben. |
Onderdoorsnede |
Selecteer het profiel uit de profielendatabase. |
Ring |
Ringprofiel.
Definieer de dikte van de ring op het tabblad Ankers. |
Moer |
Moerprofiel.
Definieer de hoogte van de moer op het tabblad Ankers. |
Lassen van moeren en ringen aan |
Selecteer of ringen en moeren aan de ankers worden gelast. |
Gain boven |
Gain voor het maken van ronde gaten voor de ankers.
De bovenkant van de gain begint bij de onderzijde van de moer. |
Gain onder |
Gain voor het maken van ronde gaten voor de ankers.
De hoogte van het gainprofiel kan worden gewijzigd op het tabblad Ankers. |
Verbindingswijze gain |
Selecteer hoe de gains rondom de ankers aan de ligger zijn bevestigd.
De standaardinstelling is Las. |
Alle gains dezelfde lengte |
Selecteer of de gains dezelfde lengte hebben. |
Buizen uitgelijnd met |
Selecteer of de gains met de kolom, met de bovenzijde van de ligger of met de onderzijde van de ligger worden uitgelijnd. |
Uitsnijdingen rondom buizen maken |
Selecteer of de uitsnijdingen rondom de buizen worden gemaakt. |
Tabblad Ankers
Gebruik het tabblad Ankers om de maatlijnen en de positie van de ankers te definiëren.
Beschrijving | |||
---|---|---|---|
1 | Ankerlengte, gatdiameter en offset bovenzijde. | ||
2 | Aantal ankers, afstanden en randafstanden. | ||
3 | Opties voor de ankerverdeling.
Handig wanneer de ligger niet met de kolom is uitgelijnd.
|
||
4 | Selecteer het type van de gaten in de ligger.
De standaardinstelling is Cirkelvormig. Als u het type instelt op Cirkelvormig, kunt u met behulp van de twee vakken links de gatdiameter definiëren. Als u het type instelt op Vierkant, kunt u met de vier vakken links de maatlijnen van de vierkante uitsnijding definiëren. |
|
|
5 |
Hoogte van het gainprofiel, de moer en de ring. |
||
6 | Ankers en uitsnijdingen |
|
Standaard.
Er worden ankers gemaakt. Er worden gaten voor de ankers gemaakt.
|
|
Er worden ankers gemaakt. Er worden geen gaten gemaakt.
|
||
|
Er worden alleen gaten gemaakt. Er worden geen ankers gemaakt.
|
||
|
Er worden alleen ankers gemaakt. Er worden geen gaten gemaakt. | ||
|
Uitsnijding in de betonbalk. Er worden ankers gemaakt. Er worden geen gaten gemaakt. |
Tabblad Ligger ankers 2
Gebruik het tabblad Ligger ankers 2 om de eigenschappen van de ankers, moeren, ringen en gains voor de tweede aansluitende ligger te definiëren. Het standaardprofiel voor de ankers die voor de tweede aansluitende ligger zijn gemaakt, is hetzelfde als dat voor de ankers die op het tabblad Anker zijn gemaakt.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Ankers | Ankerprofiel.
Definieer de lengte en het aantal ankers op het tabblad Ankers. |
Type wapeningsstaven | Selecteer het type wapeningsstaaf. |
Onderdoorsnede | Selecteer het profiel uit de profielendatabase. |
Moer | Moerprofiel.
Definieer de hoogte van de moer op het tabblad Ankers. |
Ring | Ringprofiel.
Definieer de dikte van de ring op het tabblad Ankers. |
Gain boven |
Buisprofiel. Gain voor het maken van ronde gaten voor de ankers. De bovenkant van de gain begint bij de onderzijde van de moer. |
Gain onder |
Buisprofiel. Gain voor het maken van ronde gaten voor de ankers. De hoogte van het gainprofiel kan worden gewijzigd op het tabblad Ankers. |
Beschrijving | |
---|---|
1 |
Ankerlengte, gatdiameter en offset bovenzijde. |
2 |
Selecteer het type van de gaten in de ligger.
Als u het type instelt op Cirkelvormig (neg.vol.), kunt u met behulp van de twee vakken links de gatdiameter definiëren. Cirkelvormig (neg.vol.) is de standaardwaarde. Als u het type instelt op Cirkelvormig (boren), kunt u met behulp van de twee vakken links de gatdiameter definiëren. Als u het type instelt op Vierkant, kunt u met de vier vakken links de maatlijnen van de vierkante uitsnijding definiëren. |
Tabblad Stekanker
Gebruik het tabblad Stekanker om te bepalen of stekankers worden gemaakt en hoe ze worden bevestigd en om de maatlijnen en de positie van de stekankers te definiëren.
Als u de stekankers op het tabblad Stekanker maakt, worden de ankers op het tabblad Anker automatisch als stekankers beschouwd.
Optie | Beschrijving |
---|---|
Maak stekanker |
Selecteer of stekankers worden gemaakt en welke onderdelen worden opgenomen. |
Voeg instortanker toe aan hoofdond. door |
Selecteer hoe de stekankers met het hoofdonderdeel worden verbonden. |
Verbindingsstaafconnector |
Selecteer de methode voor de verbinding tussen de staaf en het verbindingsprofiel. |
Type wapeningsstaven |
Selecteer het staaftype. |
Staafrotatie |
Selecteer de richting van de stekankers. U kunt in het vak aan de rechterkant een hoek invoeren. |
Profiel verbinden Staaf |
Eigenschappen voor het verbindingsprofiel en de staaf. |
Onderdeelnaam component |
Als u een gebruikerscomponent van het type onderdeel wilt gebruiken om het stekanker te maken, selecteert u de optie Gebruikerscomponent onderdeel in de lijst Maak stekanker. Blader vervolgens naar de component en gebruik de lijst met opties om de positie van de gebruikerscomponent van het type onderdeel te bepalen. |
Tabblad Algemeen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling: