Eigenschappen van variabelen
Gebruik het dialoogvenster Variabelen om parametrische variabelen weer te geven, te wijzigen en te maken en vaste en referentieafstandsvariabelen weer te geven.
Tekla Structures gebruikt variabelen met gebruikerscomponenten, geschetste doorsneden en parametrisch modelleren. De onderstaande voorbeelden worden opgegeven voor gebruikerscomponenten, maar dezelfde principes gelden ook voor geschetste doorsneden en parametrisch modelleren.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Categorie |
Componentparameters geeft alle variabelen in de component weer. Modelparameters geeft variabelen in het huidige model weer (zoals koppelingen tussen het eindpunt van een onderdeel en een stramienvlak). |
Naam |
Een unieke naam van een variabele. Gebruik deze naam om naar de variabele in de gebruikerscomponenteditor te verwijzen. Om correct naar een variabele te kunnen verwijzen, moet de naam 19 tekens of korter zijn. Variabelen met langere namen werken niet correct wanneer ernaar wordt verwezen. |
Formule |
Gebruik dit vak om een waarde of een formule in te voeren. Formules beginnen met |
Waarde |
Geeft de huidige waarde van Formule weer. |
Type waarde |
Selecteer een waardetype in de lijst. Het type bepaalt welke soort waarde u voor de variabele kunt invoeren. |
Type variabele |
Deze eigenschap kan Afstand of Parametrisch zijn. |
Zichtbaarheid |
Met deze instelling kunt u de zichtbaarheid van een variabele definiëren. Stel in op Weergeven om de variabele in het dialoogvenster voor gebruikerscomponenten weer te geven. |
Tekst in dialoogvenster |
De naam van de variabele die door Tekla Structures in het dialoogvenster voor gebruikerscomponenten wordt weergegeven. De maximumlengte is 30 tekens. |
Waardetypen
U hebt de volgende opties voor het waardetype:
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Nummer |
Een geheel getal. Gebruiken voor aantal en vermenigvuldiger. |
Lengte |
Een decimaal getal (zwevend punt). Gebruiken voor lengten en afstanden. Lengtegetallen hebben een eenheid (mm, inch, enzovoort) en worden op twee decimalen afgerond. |
Tekst |
Een tekstregel (ASCII). |
Factor |
Een decimale waarde zonder een eenheid. U kunt het aantal decimalen voor het waardetype instellen in . |
Hoek |
Een type decimaal getal voor het opslaan van hoeken, opgeslagen met één decimaal, in radialen. |
Kwaliteit |
Een aan de materiaaldatabase gekoppeld gegevenstype. Gebruiken voor het selecteren van een materiaalkwaliteit uit het dialoogvenster Kwaliteit selecteren. |
Profiel |
Een aan de profieldatabase gekoppeld gegevenstype. Gebruiken voor het selecteren van een profiel uit het dialoogvenster Selecteer profiel. |
Boutdiameter Boutnorm |
Gegevenstypen die aan de boutendatabase zijn gekoppeld. Boutdiameter werkt met Boutnorm. Ze hebben een vaste naamgevingsindeling: Px_diameter en Px_screwdin. Wijzig de vaste naam niet. Als u de waarden in het dialoogvenster van de component wilt weergeven, moet x voor beide hetzelfde zijn, bijvoorbeeld, P1_diameter en P1_screwdin. |
Bouttype |
Voor het bepalen van het bouttype (montage/werkplaats) in het dialoogvenster voor gebruikerscomponenten. Gekoppeld aan de eigenschap Bouttype van bouten in de Gebruikerscomponent browser.
|
Deuvelgrootte Standaard deuvel Lengte deuvel |
Gegevenstypen die aan de boutendatabase zijn gekoppeld. Deuvelgrootte, Standaard deuvel en Lengte deuvel werken samen. Ze hebben een vaste naamgevingsindeling: Px_size, Px_standard en Px_length. Wijzig de vaste namen niet. Als u hiervan de waarden in het dialoogvenster van de component wilt weergeven, moet x voor alle hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld P9_size, P9_standard en P9_length.
|
Gattype |
Een gegevenstype om te bepalen of gaten speciale gaten zijn en voor het selecteren van het speciale gattype (sleuven/oversized/geen gat). |
Gattype zonder opmaak |
Een gegevenstype om te bepalen of gaten volledig door het onderdeel gaan of blinde gaten zijn. |
Afstand lijst |
Gebruiken met opties die meerdere lengtewaarden hebben, zoals boutafstanden. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de afstanden.
|
Afstandlijst totaal |
Gebruiken voor het berekenen van de totale waarde van verschillende weergegeven lengtewaarden, zoals boutafstanden. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de afstanden. |
Las type |
Een gegevenstype voor het selecteren van het lastype. |
Type afwerking |
Een gegevenstype voor het bepalen van de vorm van een afwerking. Raadpleeg voor meer informatie Onderdeelafwerkingen maken. |
Laszijde |
Een gegevenstype voor het bepalen van de lasplaats: werkplaats of bouwlocatie. |
Staalkwaliteit Staafgrootte Buigdoorn wapeningsstaven |
Gegevenstypen die aan de boutendatabase zijn gekoppeld. Staalkwaliteit, Staafgrootte en Buigdoorn wapeningsstaven werken samen. Ze hebben een vaste naamgevingsindeling: Px_grade, Px_size en Px_radius. Wijzig de vaste naam niet. Als u hiervoor de waarden in het componentendialoogvenster wilt weergeven, moet x voor alle hetzelfde zijn, bijvoorbeeld P1_grade, P1_size en P1_radius.
|
Haaktype staaf |
Wordt gebruikt voor einddetailaanpassers van de stavensets om het type haak op te geven. |
Type aanpassingslengte |
Wordt gebruikt voor einddetailaanpassers van de stavenset om op te geven hoe de staaflengte volgens een opgegeven eindoffset of beenlengte wordt verlengd of ingekort. |
Beïnvloede staven |
Wordt gebruikt voor stavensetaanpassers om op te geven hoeveel de staven moeten worden gewijzigd (1/1, 1/2, enzovoort). |
Spreidingstype staaf |
Wordt gebruikt voor stavensetsplitsers om het spreidingstype op te geven (links/rechts/midden). |
Overlapzijde staaf |
Wordt gebruikt stavensetsplitsers om de zijde van de overlap (links/rechts/midden) op te geven. |
Plaatsing staafoverlap |
Wordt gebruikt voor stavensetsplitsers om te bepalen of de overlappende staven parallel aan elkaar zijn of boven elkaar liggen. |
Overlaptype staaf |
Wordt gebruikt voor stavensetsplitsers om te bepalen of de wapeningsstaven bij overlappende koppelingen recht worden gehouden door een offset aan hele staven toe te kennen of hellend worden geplaatst door een offset aan staafuiteinden toe te kennen. |
Wapeningsnet |
Voor het bepalen van netten in gebruikerscomponenten. Gekoppeld aan de eigenschap Databasenaam van wapeningsnetten in de Gebruikerscomponent browser. |
Positie verdeelstaven |
Wordt gebruikt voor wapeningsnetten om te bepalen of de kruisende staven zich boven of onder de lengtestaven bevinden. |
Componentnaam Component attribuut bestand |
Gebruik Componentnaam voor het vervangen van een subcomponent binnen een gebruikerscomponent door een ander subcomponent. Gekoppeld aan de eigenschap Naam van objecten in de Gebruikerscomponent browser. Gebruik Component attribuut bestand voor het instellen van de eigenschappen van een subcomponent binnen een gebruikerscomponent. Componentnaam en Component attribuut bestand werken samen. Ze hebben een vaste naamgevingsindeling: Px_name en Px_attrfile. Wijzig de vaste naam niet. Als u hiervan de waarden in het dialoogvenster van de gebruikerscomponent wilt weergeven, moet x voor beide hetzelfde zijn, bijvoorbeeld P2_name en P2_attrfile.
|
Ja/Nee |
Voor het bepalen of Tekla Structures wel of niet een object in een gebruikerscomponent maakt. Gekoppeld aan de eigenschap Maken van objecten in de Gebruikerscomponent browser. |
Vorm |
Een aan de vormendatabase gekoppeld gegevenstype. Wordt gebruikt voor het selecteren van een vorm in het dialoogvenster Vormendatabase. |
Bitmask |
Voor het definiëren van boutsamenstellingen (moeren en ringen) en onderdelen met sleufgaten. Gekoppeld aan de eigenschappen Boutstructuur en Onderdelen met sleufgaten van bouten in de Gebruikerscomponent browser. De waarde is een vijfcijferige reeks van enen en nullen. Dit verwijst naar de selectievakjes in de bouteigenschappen. 1 betekent dat een selectievakje is ingeschakeld, 0 betekent dat een selectievakje is uitgeschakeld. In het onderstaande voorbeeld betekent de waarde 10010 dat een bout met een ring en een moer in de boutsamenstelling wordt gemaakt. |