Anker (7)

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Anker (7)

Anker (7) koppelt een kolom of een ligger aan een windverband met een gaffelplaat of een vlakke plaat. Optioneel kan een knoopplaat worden gemaakt.

Gemaakte objecten

  • Knoopplaat (optioneel)

  • Gaffel of vlakke plaat

  • Spanner (optioneel)

  • Eindplaat (optioneel)

  • Bouten

  • Lassen

Gebruiken voor

Situatie

Beschrijving

Een gaffelplaat is aan een windverbandstaaf gelast en met bouten aan een knoopplaat bevestigd.

De knoopplaat wordt aan het hoofdonderdeel gelast.

Vereenvoudigde spanner in de windverbandstaaf.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom of ligger).

  2. Selecteer het aansluitende onderdeel/de aansluitende onderdelen (windverband).

  3. Klik met de middelste muisknop om de component te maken.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Verbindingsplaat (gaffelplaat)

2

Windverbandstaaf

3

Knoopplaat

Tabblad Plaat

Gebruik het tabblad Plaat om de maatlijnen en vorm van de knoopplaat te definiëren.

Plaat

Onderdeel Beschrijving Standaard

Knoopplaat

Definieer de dikte, breedte en hoogte van de knoopplaat.

12 mm

100 mm

180 mm

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

De vorm en maatlijnen van de knoopplaat

Beschrijving Standaard
1 Horizontale bovenste maatlijn vanaf het kolomlijf.

2 Horizontale boutrandafstand.

50 mm

3 Hoogte van de knoopplaat.

80 mm

4 Onderste verticale boutrandafstand.

50 mm

5 Maatlijn van de onderste verticale afwerking. 20 mm
6 Maatlijn van de onderste horizontale afwerking. 20 mm
7 Boutrandafstand tot de windverbandstaaf. 110 mm
8 Boutrandafstand van de afwerking (radius).
9 Vorm van de knoopplaat.

Selecteer de plaatvorm en definieer de plaatmaatlijnen.

10 Selecteer de vorm van de afwerking.

Definieer de horizontale en verticale maatlijnen van de afwerking.

Tabblad Gaffel

Gebruik het tabblad Gaffel om de grootte, de positie, het aantal, de oriëntatie en de vorm van de gaffelplaat te definiëren.

Gaffelplaat

Onderdeel Beschrijving

Gaffelplaat

Selecteer de vorm voor de gaffelplaat:
  • Met vorm Deel 1 wordt een plaat met een cirkelvormig onderdeel gemaakt.

  • Met vorm Deel 2 wordt een eenvoudige plaat gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Maatlijnen van de gaffelplaat

Beschrijving
1 Horizontale boutrandafstand.
2 Afwerkingsradius van de gaffelplaat.
3 Breedte van het verlengingsdeel.
4 Breedte van de gaffelplaat.
5 Breedte van de gaffelplaat.
6 Lengte van het cirkelvormige onderdeel van de gaffelplaat.
7 Afwerkingsbreedte van de gaffelplaat.
8 Vingerdikte van de gaffelplaat.
9 Opening tussen de vingers van de gaffelplaat.
10 Vingerlengte van de gaffelplaat.

Tabblad Parameters

Gebruik het tabblad Parameters om de overlapping van de knoopplaat en de grootte, de positie, het aantal en de vorm van de eindplaat te definiëren.

Overlapping knoopplaat

Beschrijving
1 Definieer hoeveel de knoopplaat met de flens van het hoofdonderdeel overlapt.

Als u geen waarde invoert, loopt de knoopplaat door tot aan het lijf van het hoofdonderdeel.

Eindplaat

1 Definieer de dikte, breedte en hoogte van de eindplaat.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Vorm van de eindplaat

Optie Beschrijving

Selecteer de vorm van de eindplaat.

Definieer de offset van de eindplaat vanaf de windverbandstaaf.

Tabblad Bouten

Gebruik het tabblad Bouten om de bouteigenschappen te definiëren.

Maatlijnen van de boutgroep

Beschrijving
1

Aantal bouten.

2

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand.Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten.Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

3 Definieer de boutoffset vanaf de hartlijn van de windverbandstaaf.

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Met Oversized maakt u oversized gaten of tapgaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt.De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden.Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Tabblad Spanner

Gebruik het tabblad Spanner om een spanner toe te voegen zodat de niveaus en de offsets van de windverbanden kunnen worden gedefinieerd.

Onderdeel

Onderdeel Beschrijving Standaard

T-spanner

Definieer het profiel van de spanner door het in de profielendatabase te selecteren.

D40

Onderdeel B

Als u een spanner hebt gemaakt, definieert u het extra windverbandprofiel door het in de profielendatabase te selecteren.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Spanner

Optie Beschrijving Voorbeeld

Er is geen spanner gemaakt.

Er is een spanner gemaakt.

Er is een spanner gemaakt.

Er wordt aan het windverband een stoponderdeel toegevoegd. Gebruikt voor drukbuizen.

Er is een spanner gemaakt.

Er is een stoponderdeel binnenin de drukbuis geplaatst.

Opening in gaffelplaat

Optie Beschrijving Voorbeeld

Selecteer of een opening in de gaffelplaat wordt gemaakt. De opening is altijd vierkant.

U kunt de opening definiëren als zowel de spanner als het extra windverband worden gemaakt.

Definieer de ruimte voor de opening.

De standaardwaarde is 1 mm.

Knoopplaat

Optie Beschrijving

Selecteer of een knoopplaat wordt gemaakt.

Als u geen knoopplaat selecteert, wordt alleen de gaffelplaat gemaakt.

Maatlijnen windverband

Beschrijving Voorbeeld/standaard
1 Afstand van de boutrand vanaf de flens van het hoofdonderdeel als er geen knoopplaat is.

De standaardwaarde is 30 mm.

2 Overlapping windverbandstaaf.

3 Lengte van het extra windverband tussen de gaffelplaat en de spanner.

De standaardwaarde is 300 mm.

4 Lengte van de spanner.

De standaardwaarde is 40 mm.

5 Overlapping van het windverband in de spanner.

De standaardwaarde is 0 mm.

6 Overlapping van het extra windverband in de spanner.

De standaardwaarde is 0 mm.

Positie windverband

Optie Beschrijving

Positie van het windverband op de flens van het hoofdonderdeel.

Deze optie is met name nuttig als er geen knoopplaat is.

Positie plaat

Optie Beschrijving

Selecteer de positie van de gaffelplaat op het lijf van het hoofdonderdeel.

Positie gaffelplaat op het windverband

Optie Beschrijving Voorbeeld

Selecteer de positie van de gaffelplaat op het windverband.

Deze optie is met name nuttig met vlakke platen.

Deel B uitsnijden in gaffel

Definieer of het gaffelonderdeel wordt uitgesneden als de windverbandstaaf door de gaffelplaat gaat. De uitsnijding in het gaffelonderdeel past zich aan de grootte van de windverbandstaaf aan.

T-spanner aan aansluitend onderdeel toevoegen

Selecteer of de spanner aan het aansluitende onderdeel wordt toegevoegd of als los onderdeel wordt beschouwd en aan de windverbandstaaf wordt gelast.

  • Met Ja wordt de spanner aan de windverbandstaaf toegevoegd.

  • Met Nee wordt de spanner als een los onderdeel aan de windverbandstaaf gelast.

Tabblad Extra spanners

Gebruik het tabblad Extra spanners om extra spanners toe te voegen. Er kunnen twee verschillende spannertypen worden gedefinieerd.

Extra spanners

Als er één windverband is, definieert u de spanner op het tabblad Spanner. Als er meerdere windverbanden zijn, definieert u de spanners voor het tweede, derde enz. windverband op het tabblad Extra spanners. Definieer de windverbandnummers in het vak Op spannernummer toepassen.

De spanners waarvan de nummers niet worden ingevoerd, worden gemaakt met de eigenschappen die op het tabblad Spanner worden gedefinieerd.

Voor instructies over de maatlijnen van spannerwindeverbanden, Deel B uitsnijden in gaffel en T-spanner aan aansluitend onderdeel toevoegen, raadpleegt u de instructies op het tabblad Spanner.

Onderdelen

Onderdeel Beschrijving

T-spanner

Definieer het profiel van de spanner door het in de profielendatabase te selecteren.

Onderdeel B

Als u een spanner hebt gemaakt, definieert u het extra windverbandprofiel door het in de profielendatabase te selecteren.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Klasse

Onderdeelklassenummer.

Afwerking

Beschrijft hoe het oppervlak van het onderdeel is behandeld.

Tabblad UDA

Gebruik het tabblad UDA om gegevens in de gebruikersattributen (UDA's) van de onderdelen toe te voegen.

U kunt gebruikersattributen voor de plaat en de gaffel definiëren. Gebruikersattributen kunnen in tekeningen en lijsten worden weergegeven.

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende