Eindplaat (29)
Eindplaat (29) verbindt een ligger met een kolom of twee liggers met elkaar met behulp van een geboute eindplaat. Schotjes, steunen en vulplaten zijn optioneel.
Gemaakte objecten
-
Eindplaat
-
Hoeksteun of steunplaat (optioneel)
-
Vulplaten (optioneel)
-
Schotjes (optioneel)
-
Gezette plaat (optioneel)
-
Lassen
-
Bouten
-
Uitsnijdingen
Gebruiken voor
Situatie |
Beschrijving |
---|---|
|
Ligger-kolom-bevestiging met eindplaat. |
|
Ligger-ligger-bevestiging met eindplaat. |
|
Eindplaatverbinding met een vulplaat en een hoeksteun. |
|
Eindplaatverbinding met schotjes. |
Volgorde van selectie
-
Selecteer het hoofdonderdeel (kolom of ligger).
-
Selecteer het aansluitende onderdeel (ligger).
De verbinding wordt automatisch gemaakt als de aansluitende ligger wordt geselecteerd.
Onderdeelidentificatiecode
Onderdeel |
|
---|---|
1 |
Vulplaat |
2 |
Eindplaat |
3 |
Steun (plaat of hoek) |
4 |
Schotje |
Tabblad Afbeelding
Gebruik het tabblad Afbeelding om de positie van de eindplaat te definiëren.
Positie van de eindplaat
Beschrijving |
Standaard |
|
---|---|---|
1 |
Bovenste positie van de eindplaat vanaf de bovenzijde van de aangelaste ligger. Als geen waarde wordt ingevoerd, is de grootte van de eindplaat afhankelijk van de bouten en de boutrandafstanden. Als u beide waarden opgeeft, heeft de positieafstand prioriteit boven de waarden van de boutrandafstand. |
10 mm |
2 |
Onderste positie van de eindplaat vanaf de onderzijde van de aansluitende ligger. |
|
3 |
Opening tussen de vulplaat en het hoofdonderdeel. Als er geen vulplaat aanwezig is, wordt de bepaalde opening gemaakt tussen de eindplaat en het hoofdonderdeel. |
0 mm |
Tabblad Onderdelen
Gebruik het tabblad Onderdelen om de eigenschappen van de gemaakte onderdelen te definiëren.
Plaat
Onderdeel |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Eindplaat |
De dikte, breedte en hoogte van de eindplaat. De breedte en hoogte worden gedefinieerd door de randafstanden van de boutgroep. De hoogte kan ook worden opgegeven als de afstand tussen de plaatrand en de bovenste en onderste rand van de aangelaste ligger. |
de helft van de boutdiameter |
Console |
Definieer of een steun onder de eindplaat wordt gemaakt. De steun wordt alleen gemaakt als de steundikte wordt ingevoerd.
Door een steunplaat toe te voegen verplaatst u de eindplaat standaard 20 mm onder de onderzijde van de aansluitende ligger. |
breedte = eindplaatbreedte hoogte = hoogte aansluitende ligger |
L-profiel console |
Definieer of een hoeksteun onder de eindplaat wordt gemaakt. De lengte van de hoek wordt bepaald door de breedte van de steun.
Als u een profiel voor de hoeksteun opgeeft, is de steun een hoek en niet een plaat, zelfs als u de plaatdikte hebt ingevoerd. Door het toevoegen van een hoeksteun wordt de eindplaat niet op dezelfde wijze verplaatst als de steunplaat. Om te voorkomen dat de hoek en de aansluitende ligger elkaar raken, wijzigt u de eindplaat of voert u een ruimte in tussen de eindplaat en de hoeksteun. |
breedte = eindplaatbreedte |
Vulplaat |
Vulplaatdikte. De plaat wordt alleen gemaakt als de plaatdikte wordt ingevoerd. |
breedte = bepaald door de randafstanden van de boutgroep en de vulplaat |
Aantal vulplaten (DEF=1) |
Definieer hoeveel vulplaten worden gemaakt. |
|
Gezette plaat |
De dikte, breedte en hoogte van de gezette plaat. De plaat wordt alleen gemaakt als de plaatdikte wordt ingevoerd. Een gezette plaat kan ook worden gebruikt met gewone vulplaten. |
breedte = bepaald door de binnenbouten van de boutgroep |
Schotjes |
Definieer of schotjes voor de kolom worden gemaakt als een ligger met de kolomflens wordt verbonden. Als u een van de afmetingen invoert, worden er schotjes gemaakt. |
dikte = 20 mm breedte = breedte van de kolomflens hoogte = hoogte van het kolomlijf |
Schotjes boven |
Definieer of er horizontale schotjes voor de ligger worden gemaakt. Als u een van de afmetingen invoert, worden er schotjes gemaakt. |
dikte = 20 mm breedte = breedte van liggerflens hoogte = 300 mm |
Schotjes onder |
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Pos.nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam |
De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. |
Tabblad Parameters
Gebruik het tabblad Parameters om de positie en oriëntatie van het schotje te definiëren.
Materiaal gezette plaat
Selecteer het materiaal van de gezette plaat. Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Gezette plaat op het tabblad Componenten in het menu .
.Posities van schotjes
Beschrijving |
Standaard |
|
---|---|---|
1 4 |
Afstand tussen het horizontale schotje van de ligger en het liggereinde. |
|
2 3 |
Afstand tussen het horizontale schotje van de ligger en de liggerflens. |
0,25*liggerhoogte |
5 |
Afstand tussen het schotje en de flens van het hoofdonderdeel. |
|
6 7 |
Afstand tussen het schotje van het hoofdonderdeel en de liggerflens. |
Lengte van de gezette vulplaat en steun
Beschrijving |
Standaard |
|
---|---|---|
1 |
Lengte van het horizontale onderdeel van de gezette vulplaat. |
|
2 |
Afstand tussen de eindplaat en de steun. Als u hoeksteunen gebruikt, wijzigt u deze waarde of de grootte van de eindplaat om te voorkomen dat de aansluitende ligger en de hoek elkaar raken. |
20 mm |
Richting van de schotjes
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Schotjes lopen parallel aan het aansluitende onderdeel. AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Schotjes lopen parallel aan het aansluitende onderdeel. |
|
Schotjes staan haaks op het hoofdonderdeel. |
Randafstanden van de bouten in vulplaten
Definieer de boutrandafstand voor de vulplaten. Als deze velden leeg zijn, hebben de vulplaten dezelfde afmetingen als de eindplaat.
Beschrijving |
|
---|---|
1 |
Verticale boutrandafstand in de vulplaat. De grootte van de vulplaat wordt bepaald door de boutgroep en de randafstanden. De verticale en horizontale randafstand definiëren de afstand symmetrisch. Door een positieve afmeting neemt de grootte van de vulplaat toe. |
2 |
Horizontale boutrandafstand in de vulplaat. De grootte van de vulplaat wordt bepaald door de boutgroep en de randafstanden. De verticale en horizontale randafstand definiëren de afstand symmetrisch. Door een positieve afmeting neemt de grootte van de vulplaat toe. |
Grootte opening voor eindplaat
Definieer de maximale grootte voor de opening tussen de eindplaat en het aansluitende onderdeel of hoofdonderdeel. Gebruik deze opening wanneer de ligger licht helt om te definiëren of de eindhoek zo klein is dat het uiteinde van de ligger haaks kan zijn.
Als de werkelijke ruimte kleiner is dan deze waarde, blijft het liggereinde recht.
Als de werkelijke ruimte groter is dan deze waarde, wordt het liggereinde gefit aan de eindplaat.
Tabblad Bouten
Gebruik het tabblad Bouten om de eigenschappen van de bouten te definiëren.
Afmetingen van de boutgroep
Beschrijving |
|
---|---|
1 |
Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.
|
2 |
Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep. |
3 |
Randafstand bouten. De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel. |
4 |
Aantal bouten. |
5 |
Boutafstand. Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand.Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten.Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten. |
6 |
Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep. |
7 |
Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.
|
Zigzagsgewijze plaatsing van bouten
Optie |
Beschrijving |
---|---|
|
Standaard Niet zigzagsgewijs AutoDefaults kan deze optie wijzigen. |
|
Niet zigzagsgewijs |
|
Zigzagtype 1 |
|
Zigzagtype 2 |
|
Zigzagtype 3 |
|
Zigzagtype 4 |
Basiseigenschappen van bouten
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
Boutdiameter |
Boutdiameter. |
Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Boutnorm |
De boutnorm die in de component moet worden gebruikt. |
Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd. |
Tolerantie |
De ruimte tussen de bout en het gat. |
|
Draad in mat |
Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden. Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt. |
Ja |
Montage/werkplaats |
Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd. |
Montage |
Sleufgaten
U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.
Optie |
Beschrijving |
Standaard |
---|---|---|
1 |
Verticale maat van sleufgat. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
2 |
Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten. |
0 heeft een rond gat als resultaat. |
Gattype |
Met Sleufgat maakt u sleufgaten. Met Oversized maakt u oversized gaten of tapgaten. Geen gat maakt geen gaten. |
|
Roteer sleufgaten |
Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid. |
|
Sleufgat in |
Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt.De opties zijn afhankelijk van de betreffende component. |
Boutsamenstelling
Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.
Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.
Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.
Extra boutlengte
Definieer hoeveel de bout langer moet worden.Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.
Tabblad Raveling
Gebruik het tabblad Raveling om de horizontale en verticale uitsnijdingen te wijzigen.
Afmeting van de uitsnijding
Beschrijving |
Standaard |
|
---|---|---|
1 |
Afmetingen voor de horizontale flensuitsnijdingen. |
10 mm |
2 |
Afmetingen voor de verticale flensuitsnijdingen. |
De opening tussen de rand van de raveel en de flens van de ligger is gelijk aan de afronding van het hoofdonderdeel. De hoogte van de raveling wordt naar boven afgerond op 5 mm. |
Tabblad Algemeen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:
Tabblad Berekening
Tabblad Berekening
Lassen
Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling: