Tweezijdige eindplaat (24)

Tekla Structures
2021
Tekla Structures

Tweezijdige eindplaat (24)

Eindplaat 2 zijden (24) verbindt twee liggers met een kolom of een ligger door middel van een met bouten vastgezette eindplaat. Eén boutgroep gaat door alle drie de onderdelen. Deze component wordt op dezelfde manier gemaakt en gebruikt als de verbinding Eindplaat (29).

Gemaakte objecten

  • Eindplaat

  • Steun (plaat of hoek)

  • Vulplaten

  • Schotjes

  • Lassen

  • Bouten

  • Uitsnijdingen

Gebruiken voor

Situatie

Beschrijving

Ligger-kolom-bevestiging met eindplaat.

Ligger-ligger-bevestiging met eindplaat.

Eindplaatverbinding met vulplaten en een hoeksteun.

Beperkingen

Gebruik deze verbinding niet wanneer een ligger met een kolomflens wordt verbonden.

Volgorde van selectie

  1. Selecteer het hoofdonderdeel (kolom of ligger).

  2. Selecteer het eerste aansluitende onderdeel (ligger).

  3. Selecteer het tweede aansluitende onderdeel (ligger).

  4. Klik met de middelste muisknop om de verbinding te maken.

Onderdeelidentificatiecode

Onderdeel

1

Eindplaat voor de eerste aansluitende ligger

2

Vulplaat voor het eerste aansluitende ligger

3

Steun (plaat of hoek) voor de eerste aansluitende ligger

4

Vulplaat voor de tweede aansluitende ligger

5

Eindplaat voor de tweede aansluitende ligger

6

Steun (plaat of hoek) voor de tweede aansluitende ligger

Tabblad Afbeelding

Gebruik het tabblad Afbeelding om de positie van de eindplaat te definiëren.

Positie van de eindplaat

Beschrijving

1

Opening tussen het hoofdonderdeel en de eindplaat of de vulplaat van de tweede aansluitende ligger.

2

3

Randafstand van de eindplaat vanaf de boven- of onderkant van de tweede aansluitende ligger.

4

Opening tussen het hoofdonderdeel en de eindplaat of de vulplaat van de eerste aansluitende ligger.

5

6

Randafstand van de eindplaat vanaf de boven- of onderkant van de eerste aansluitende ligger.

Tabblad Onderdelen

Gebruik het tabblad Onderdelen om de eigenschappen van de gemaakte onderdelen te definiëren.

Plaat

Optie

Beschrijving

Standaard

Eindplaat

De dikte, breedte en hoogte van de eindplaat.

De breedte en hoogte worden gedefinieerd door de randafstanden van de boutgroep. De hoogte kan ook worden opgegeven als de afstand tussen de plaatrand en de bovenste en onderste rand van de aangelaste ligger.

de helft van de boutdiameter

Console

Definieer of een steun onder de eindplaat wordt gemaakt.

De steun wordt alleen gemaakt als de steundikte wordt ingevoerd.

Door een steunplaat toe te voegen verplaatst u de eindplaat standaard 20 mm onder de onderzijde van de aansluitende ligger.

breedte = eindplaatbreedte

hoogte = hoogte aansluitende ligger

L-profiel console

Definieer of een hoeksteun onder de eindplaat wordt gemaakt. De lengte van de hoek wordt gedefinieerd door de breedte van de steun.

Als u een profiel voor de hoeksteun opgeeft, is de steun een hoek en niet een plaat, zelfs als u de plaatdikte hebt ingevoerd.

Door het toevoegen van een hoeksteun wordt de eindplaat niet op dezelfde wijze verplaatst als de steunplaat. Als u wilt voorkomen dat de hoek en de aansluitende ligger elkaar raken, wijzigt u de eindplaat of voert u een ruimte in tussen de eindplaat en de hoeksteun.

breedte = eindplaatbreedte

Vulplaat

Vulplaatdikte.

De plaat wordt alleen gemaakt als de plaatdikte wordt ingevoerd.

breedte en hoogte = gedefinieerd door de randafstanden van de boutgroep en de vulplaat

Aantal vulplaten

Definieer hoeveel vulplaten worden gemaakt.

Optie

Beschrijving

Standaard

Pos.nr.

Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel.

Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren.

Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Materiaal

Materiaalkwaliteit.

Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu Bestand > Instellingen > Opties.

Naam

De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven.

Tabblad Parameters

Gebruik het tabblad Parameters om de positie van de vulplaat en de eindplaat te definiëren.

Eindplaatafmetingen

Beschrijving

Standaard

1

4

Verticale boutrandafstand voor de vulplaten.

Het aantal bouten en de afstand daartussen zijn van invloed op de grootte van de vulplaten.

1,5*boutdiameter

2

3

Opening tussen de eindplaat en de steun (plaats of hoek).

0 mm

5

6

Horizontale boutrandafstand voor de vulplaten.

Positie van de vulplaten en de eindplaat

Definieer de positie van de vulplaten en de eindplaat voor de tweede aansluitende ligger. De platen worden verplaatst ten opzichte van de platen van de eerste aansluitende ligger. Standaard worden de platen bij de tweede aansluitende ligger zodanig geplaatst dat de gaten symmetrisch zijn. U moet de platen mogelijk verplaatsen als bijvoorbeeld schuine of gebogen aansluitende liggers worden verbonden.

Beschrijving

1

Definieer hoe ver de platen in verticale richting moeten worden verplaatst.

2

Definieer hoe ver de platen in horizontale richting moeten worden verplaatst.

Grootte van de opening

Definieer de maximale grootte voor de opening tussen de eindplaat en de aansluitende ligger of hoofdligger. Gebruik deze opening wanneer de ligger licht helt om te definiëren of de eindhoek zo klein is dat het uiteinde van de ligger haaks kan zijn.

Als de werkelijke ruimte kleiner is dan deze waarde, blijft het liggereinde recht.

Als de werkelijke ruimte groter is dan deze waarde, wordt het liggereinde gefit aan de eindplaat.

Tabblad Raveling

Gebruik het tabblad Raveling om de horizontale en verticale uitsnijdingen te wijzigen.

Afmeting van de uitsnijding

Beschrijving

Standaard

1

Afmetingen voor de horizontale flensuitsnijdingen.

10 mm

2

Afmetingen voor de verticale flensuitsnijdingen.

De opening tussen de rand van de raveel en de flens van de ligger is gelijk aan de afronding van het hoofdonderdeel. De hoogte van de raveling wordt naar boven afgerond op 5 mm.

Tabblad Bouten

Gebruik het tabblad Bouten om de bouteigenschappen van de gebruikte bouten te definiëren.

Maatlijnen van de boutgroep

Beschrijving

1

Selecteer hoe de afmetingen voor de horizontale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Links:vanaf de linkerrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst links.

  • Midden:vanaf de hartlijn van het aansluitende onderdeel tot aan de hartlijn van de bouten.

  • Rechts:vanaf de rechterrand van het aansluitende onderdeel tot de bout uiterst rechts.

2

Maatlijn voor de horizontale positie van de boutgroep.

3

Randafstand bouten.

De randafstand is de afstand van het hart van een bout tot de rand van het onderdeel.

4

Aantal bouten.

5

Boutafstand.

Gebruik een spatie als scheidingsteken tussen de waarden voor de boutafstand.Voer een waarde in voor elke afstand tussen de bouten.Voer bijvoorbeeld twee waarden in als er drie bouten in zitten.

6

Maatlijn voor de verticale positie van de boutgroep.

7

Selecteer hoe de afmeting voor de verticale positie van de boutgroep moeten worden gemeten.

  • Boven:vanaf de bovenrand van het aansluitende onderdeel tot de bovenste bout.

  • Midden:vanaf de hartlijn van de bouten tot de hartlijn van het aansluitende onderdeel.

  • Onder:vanaf de onderrand van het aansluitende onderdeel tot de onderste bout.

Zigzagsgewijze plaatsing van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Niet zigzagsgewijs

AutoDefaults kan deze optie wijzigen.

Niet zigzagsgewijs

Zigzagtype 1

Zigzagtype 2

Zigzagtype 3

Zigzagtype 4

Basiseigenschappen van bouten

Optie

Beschrijving

Standaard

Boutdiameter

Boutdiameter.

Beschikbare diameters worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Boutnorm

De boutnorm die in de component moet worden gebruikt.

Beschikbare normen worden in de boutsamenstellingendatabase gedefinieerd.

Tolerantie

De ruimte tussen de bout en het gat.

Draad in mat

Hiermee definieert u of de draad van de bout zich in de geboute onderdelen kan bevinden.

Deze optie heeft geen effect wanneer er bouten met volledige draad worden gebruikt.

Ja

Montage/werkplaats

Locatie waar de bouten moeten worden bevestigd.

Montage

Sleufgaten

U kunt sleufgaten, oversized gaten of tapgaten definiëren.

Optie

Beschrijving

Standaard

1

Verticale maat van sleufgat.

0 heeft een rond gat als resultaat.

2

Horizontale maat van sleufgat of speling van oversized gaten.

0 heeft een rond gat als resultaat.

Gattype

Met Sleufgat maakt u sleufgaten.

Met Oversized maakt u oversized gaten of tapgaten.

Geen gat maakt geen gaten.

Roteer sleufgaten

Als het type gat Sleufgat is, worden de sleufgaten met deze optie gedraaid.

Sleufgat in

Onderde(el)(len) waarin sleufgaten worden gemaakt.De opties zijn afhankelijk van de betreffende component.

Boutsamenstelling

Met de selectievakjes wordt gedefinieerd welke componentobjecten (bout, ringen en moeren) in de samenstelling van de bout worden gebruikt.

Als u alleen een gat wilt maken, moet u alle selectievakjes uitschakelen.

Als u de boutsamenstelling van een bestaande component wilt aanpassen, schakelt u het selectievakje Effect bij wijzigen in en klikt u op Wijzigen.

Extra boutlengte

Definieer hoeveel de bout langer moet worden.Gebruik deze optie bijvoorbeeld wanneer diverse verflagen een langere boutlengte vereisen.

Tabblad Algemeen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Algemeen

Tabblad Berekening

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Tabblad Berekening

Lassen

Klik voor meer informatie op de onderstaande koppeling:

Lassen maken

Was dit nuttig?
Vorige
Volgende