Eigenschappen rekenonderdelen
Met de opties in de dialoogvenster met de rekeneigenschappen van de onderdelen (bijvoorbeeld Eigenschappen liggerberekening) definieert u hoe Tekla Structures het onderdeel in de berekening verwerkt. Welke instellingen in het dialoogvenster beschikbaar zijn, is afhankelijk van het onderdeeltype en de berekeningsklasse. De tabel hieronder geeft alle instellingen weer, ongeacht het onderdeeltype en de berekeningsklasse.
Tabblad Berekening
Op het tabblad Berekening definieert u de berekeningseigenschappen van een onderdeel.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Klasse |
Definieert hoe een onderdeel in de berekening wordt verwerkt. De geselecteerde Klasse bepaalt welke berekeningseigenschappen beschikbaar zijn. Platen hebben bijvoorbeeld andere eigenschappen dan kolommen. |
Filter (Willekeurige diagram eigenschappen) |
Alleen beschikbaar als de Klasse Willekeurige plaat - Stijfheids diagram of Plaat - Stijfheids diagram is. Definieert het filter dat wordt gebruikt bij het filteren van objecten voor een stijfheidsdiagram. Knooppunten die tot een onderdeel behoren dat met het filter overeenkomt, worden met het stijfheidsdiagram verbonden. U kunt bijvoorbeeld een kolomfilter gebruiken om alleen kolomknooppunten met stijfheidsdiagrammen te verbinden. |
Samengestelde doorsnede |
Geeft de rol aan van het onderdeel in een samengestelde doorsnede die bestaat uit een hoofdonderdeel en één of meer subonderdelen. In de berekening worden de subonderdelen samengevoegd met het hoofdonderdeel. De opties zijn:
|
Toetsnorm |
Definieert tot welke toetsnorm het onderdeel behoort. Wordt gebruikt bij optimalisatie. |
Automatische update |
Definieert of het rekenonderdeel wordt bijgewerkt in overeenstemming met de wijzigingen die zijn aangebracht in het fysieke model. De opties zijn:
|
Tabblad Begin punt, tabblad Eind punt
Gebruik de tabbladen Begin punt en Eind punt om de opleggingsvoorwaarden en de vrijheidsgraden voor de onderdeeluiteinden te definiëren.
Het tabblad Begin punt heeft betrekking op het eerste onderdeeluiteinde (gele greep) en het tabblad Eind punt op het tweede onderdeeluiteinde (magenta greep).
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Begin of Eind |
Definieert welke van de vooraf gedefinieerde of door de gebruiker gedefinieerde combinaties van eindcondities voor het begin of eind van het onderdeel worden gebruikt. Dit zijn de vooraf gedefinieerde opties:
Ze stellen automatisch de opleggingsvoorwaarden en de vrijheidsgraden in. U kunt een vooraf gedefinieerde combinatie aanpassen om af te stemmen op uw behoeften. Als u dat doet, geeft Tekla Structures het aan met deze optie: |
Wijze van opleggen |
Niet beschikbaar met Tekla Structural Designer. Definieert de opleggingsvoorwaarden. De opties zijn:
|
Rotatie |
Alleen beschikbaar als Wijze van opleggen Ondersteund is. Definieert of de ondersteuning is geroteerd. De opties zijn:
Als u Geroteerd selecteert, kunt u de rotatie rond de lokale x- of y-as definiëren of kunt u de rotatie met het huidige werkvlak instellen door op Stem rotatie af op huidige werkvlak te klikken. |
Ux Uy Uz |
Definiëren de vrijheidsgraden voor verplaatsing (verplaatsingen) in de globale x-, y- en z-richting. De opties zijn:
Als u Veer selecteert, voert u de veerconstanten voor verplaatsing in. De eenheden hangen af van de instellingen in het menu . |
Rx Ry Rz |
Definiëren de vrijheidsgraden voor rotatie (rotaties) in de globale x-, y- en z-richting. De opties zijn:
Als u Veer selecteert, voert u de veerconstanten voor rotatie in. De eenheden hangen af van de instellingen in het menu . Met Gedeeltelijke uitgave specificeert u of het verbindingsniveau tussen vast en scharnierend ligt Voer een waarde tussen 0 (vast) en 1 (scharnierend) in. |
Tabblad Samenstelling
Gebruik het tabblad Samenstelling met STAAD.Pro om de berekeningseigenschappen van de betonplaat in een samengestelde ligger te definiëren.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Samengestelde ligger |
Definieert of de samenstelling het volgende is:
|
Materiaal |
Definieert het materiaal van de betonplaat. |
Dikte |
Definieert de dikte van de betonplaat. |
Effectieve plaat breedte |
Definieert of de effectieve betonplaatbreedte automatisch wordt berekend of wordt gebaseerd op de waarden die u invoert. U kunt verschillende waarden voor de linker- en rechterzijde van de ligger definiëren. Automatische waarden worden berekend ten opzichte van de overspanningslengte. |
Tabblad Overspanning
Gebruik het tabblad Overspanning om de verdelingseigenschappen van de berekening en de belasting van een eenrichtings- of tweerichtingsplatensysteem te definiëren.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Overspanning |
Definieert in welke richting het onderdeel belastingen draagt. De opties zijn:
|
Richting hoofdas |
Definieert de richting van de hoofdas op één van de volgende manieren:
Als u de primaire richting van de overspanning van een geselecteerd onderdeel in een modelvenster wilt controleren, klikt u op Toon richting van geselecteerde onderdelen. Tekla Structures geeft de primaire richting met een rode lijn aan. |
Tabblad Belasting
Gebruik het tabblad Belasting om een onderdeel als belasting in rekenmodellen op te nemen.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Genereer last voor eigen gewicht |
Rekenmodel houden rekening met het gewicht van het onderdeel als belasting, bijvoorbeeld een verdieping, zelfs als het onderdeel verder niet in de rekenmodellen wordt opgenomen. Als het onderdeel in een rekenmodel wordt opgenomen, geldt dat ook het eigen gewicht. De optie Nee werkt alleen met de berekeningsklassen Negeren en Stijfheids diagram. |
Keuzelijsten voor extra belastingen |
Voer de veranderlijke belasting van betonplaten of extra eigen gewicht (afwerking, onderhoud) in door drie extra belastingen met een belastingsgroepnaam en -grootte te gebruiken. De richtingen van deze belastingen volgen de richting van de belastingsgroep waartoe zij behoren. |
Onderdeel namen |
Gebruik dit filter om ervoor te zorgen dat de oppervlaktebelasting van de betonplaat wordt overgedragen op de juiste onderdelen, bijvoorbeeld op liggers die de betonplaat ondersteunen. Doorgaans voert u de naam van de ligger in als filterwaarde. |
Belastingverdeling van doorlopende structuur gebruiken |
Wordt gebruikt om de meeste belasting aan de middelste ondersteuningen toe te wijzen bij doorlopende structuren. |
Tabblad Doorrekenen
Gebruik het tabblad Toetsing in de dialoogvensters van de onderdeeleigenschappen om de toetsingseigenschappen van een afzonderlijke onderdeel in een rekenmodel weer te geven en te wijzigen. Toetsingseigenschappen zijn eigenschappen die kunnen variëren, afhankelijk van de toetsnorm en het materiaal van het onderdeel (bijvoorbeeld toetsingsinstellingen, factoren en limieten).
Het tabblad Positie
Gebruik het tabblad Positie om de locatie en offsets van een rekenonderdeel te definiëren.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Assen |
Definieert de locatie van het rekenonderdeel ten opzichte van het corresponderende fysieke onderdeel. De locatie van de berekeningsas van een onderdeel definieert waar het onderdeel het andere onderdeel raakt en waar Tekla Structures knooppunten in rekenmodellen maakt. De opties zijn: Als u de optie Gebruik neutrale assen selecteert, houdt Tekla Structures bij het maken van knooppunten rekening met de onderdeellocatie en de verschuivingen aan het eind. Als u één van de opties Referentie as selecteert, maakt Tekla Structures knooppunten op referentiepunten van het onderdeel. |
Aspositie behouden |
Definieert of de aspositie wordt behouden of volgens de wijzigingen in het fysieke model wordt aangepast. De opties zijn:
|
Verbinding |
Definieert of het onderdeel snapt naar of verbindt met buigstijve verbindingen met andere onderdelen. De opties zijn:
|
As-aanpasser X Asaanpasser Y Asaanpasser Z |
Definieert of de onderdeellocatie gebonden is aan globale coördinaten, een stramienlijn of geen van beide. De opties zijn:
|
Offset |
Hiermee verplaatst u het rekenonderdeel in de globale x-, y- en z-richting. |
Offset modus langsrichting |
Definieert of de offseteindes in de langsrichting Dx van het fysieke onderdeel uit de fysieke onderdeeleigenschappen worden gebruikt. De opties zijn:
|
Tabblad Staafattributen
Gebruik het tabblad Staafattributen in een dialoogvenster met de rekeneigenschappen van kaderobjecten (ligger, kolom of verband) om de eigenschappen van de berekeningsstaven te definiëren
U kunt de opties op dit tabblad gebruiken wanneer de berekeningsklasse van het rekenonderdeel is ingesteld op Ligger, Kolom of Aangelast onderdeel.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Offset begin Offset op eind |
Berekent offsets om rekening te houden met excentriciteit in lengterichting aan het einde van het onderdeel (leidt tot een buigend moment). Deze offsets hebben geen invloed op de structuur van het rekenmodel. De offset-waarde wordt alleen als een onderdeelattribuut aan de berekening doorgegeven. |
Profiel in rekenmodel |
Selecteer een profiel uit de profieldatabase. U kunt verschillende rekenprofielen gebruiken voor het begin en einde van onderdelen als de rekenapplicatie die u gebruikt dit ondersteunt. Voer twee profielen in, gescheiden door een verticale lijn, om verschillende profielen op onderdeeluiteinden te gebruiken. Bijvoorbeeld: HEA120|HEA140 Als het onderdeel een samengestelde doorsnede in een rekenmodel is, kan hier de naam van de samengestelde doorsnede worden ingevoerd. U kunt hier elke gewenste naam invoeren. Als de naam overeenkomt met een bestaande catalogusprofielnaam, zijn de fysieke eigenschappen van de doorsnede echter gelijk aan de eigenschappen van het catalogusprofiel. |
Gebogen ligger modus |
Definieert of een ligger wordt beschouwd als een gebogen ligger of als rechte segmenten. De opties zijn:
Als u Modelstandaard gebruiken selecteert, gebruikt Tekla Structures de geselecteerde optie in de lijst Getoogde ligger in het dialoogvenster Eigenschappen rekenmodel. Gebruik de variabele XS_AD_CURVED_BEAM_SPLIT_ACCURACY_MM in om te definiëren hoe nauwkeurig rechte elementen de getoogde ligger volgen. |
Aantal deelpunten |
Hiermee kunt u extra knooppunten maken of een ligger berekenen als rechte segmenten, bijvoorbeeld bij een gebogen ligger. Voer het aantal knooppunten in. |
Splits afstanden |
Als u extra knooppunten in het onderdeel wilt definiëren, voert u de afstanden in vanaf het beginpunt van het onderdeel tot het knooppunt. Voer afstanden gescheiden door spaties in. Bijvoorbeeld:
|
Startnummer staaf |
Definieert het startnummer voor berekeningsstaven. |
Startnummer rekenonderdeel |
Definieert het startnummer voor berekeningsonderdelen. |
Tabblad Oppervlakte-attributen
Gebruik het tabblad Oppervlakte-attributen in het dialoogvenster met de rekeneigenschappen van een betonplaat (willekeurige plaat, betonnen plaat of betonwand) om de eigenschappen van de berekeningselementen te definiëren.
U kunt de opties op dit tabblad gebruiken wanneer de berekeningsklasse van het rekenonderdeel is ingesteld op Willekeurige plaat, Plaat of Wand.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Element type |
De vorm van de elementen. |
Rotatie lokale XY |
Definieert de rotatie van het lokale xy-vlak. |
Element afmeting |
x en y: de geschatte maten van de elementen in de lokale x- en y-richting van de plaat. Voor driehoekige elementen: de afmetingen van de omtrek van het vak rondom elk element, bij benadering. Gaten: de afmetingen van de elementen rondom openingen, bij benadering. |
Startnummer oppervlakte |
Definieert het startnummer voor de plaat. |
Eenvoudige oppervlakte (negeer sneden enz.) |
Selecteer Ja om een eenvoudiger rekenmodel van de platen te maken, waarin geen rekening wordt gehouden met uitsparingen en openingen. |
Kleinste gatdiameter |
Hiermee kunt u kleine openingen in de platen in de berekening negeren. Voer de grootte van de omtrek om de opening in. |
Ondersteund |
Niet beschikbaar met Tekla Structural Designer. Wordt gebruikt om opleggingen voor een willekeurige plaat, betonnen plaat of betonnen wand te definiëren. U kunt opleggingen maken voor de onderrand van een wand, voor alle randknooppunten van een betonplaat of plaat, of voor alle knooppunten van een ligger. Voor wanden kan de onderrand hellend zijn. De opties zijn:
|