Genereren driehoekige platen (19)
Met Genereren driehoekige platen (19) worden driehoekige platen of profielen voor dubbel gebogen oppervlakken gemaakt, bijvoorbeeld voor spiraalvormige trapbomen. Een dubbel gebogen oppervlak wordt gemaakt door meerdere platte driehoekige platen naast elkaar te plaatsen. De driehoekige platen worden aan elkaar gelast om het uitslaan van de platen mogelijk te maken. U kunt de driehoekige platen indien nodig uitslaan met Uitslaan oppervlakten (21).
Gemaakt object
- Driehoekige platen
Gebruiken voor
Situatie |
Beschrijving |
---|---|
|
Gebogen oppervlakken die bestaan uit driehoekige platen. |
|
Voordat u begint
Maak punten in het model waarmee de vorm van het gebogen oppervlak wordt gedefinieerd. Er zijn minimaal 8 punten nodig.
U kunt ook de coördinaten van de punten in een ASCII-bestand definiëren en de driehoekige platen met het bestand maken. In ASCII-bestanden worden de waarden gescheiden door spaties en de decimalen in de waarden worden gescheiden door punten, bijvoorbeeld:
0.0 0.0 0.0 6000.0 0.0 -0.0
1620.7 -2010.1 500.0 6995.1 -3159.4 500.0
Het ASCII-bestand voor de coördinaten van de punten heeft een specifieke structuur. Er wordt in elke rij met x-, y- en z-waarden een coördinatenpaar gedefinieerd.
De coördinaten moeten op gelijke afstand van elkaar worden geplaatst. Daarom bevat de eerste rij een reeks nummers waarmee u de coördinaten op gelijke afstand kunt plaatsen.
De coördinaatparen worden in de volgende rijen gedefinieerd. Met de eerste drie waarden wordt de lokale offset (x-, y-, z-) vanaf het eerste punt gedefinieerd en met de laatste drie waarden wordt de offset vanaf het tweede punt gedefinieerd.
Selectievolgorde
-
Wijs de punten aan in de volgorde die op het tabblad Afbeelding wordt weergegeven.
-
Klik met de middelste muisknop om het gebogen oppervlak te maken.
Identificatiecode onderdeel
Onderdeel |
|
---|---|
1 |
Driehoekige plaat |
Tabblad Afbeelding
Op het tabblad Afbeelding definieert u of de platen in overeenstemming met de aangewezen punten in het model worden gemaakt of in overeenstemming met de coördinaten die in een ASCII-bestand zijn gedefinieerd en om de globale verplaatsing in te stellen.
Definitie van de plaat
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Door aangewezen punten |
De vorm van de driehoekige plaat door de punten aan te wijzen die u eerder hebt gemaakt. |
Lees de punten uit een ASCII bestand |
De vorm van de driehoekige plaat door de coördinaten in een ASCII-bestand op te geven. |
Offset
Gebruik Globale verplaatsing om een offset voor de gemaakte platen of profielen in de x-, y- en/of z-richting te definiëren.
Tabblad Parameters
Op het tabblad Parameters definieert u het ASCII-bestand, of er platen of profielen worden gemaakt en hoe extra punten worden verwerkt.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Bestandsnaam |
Voer de naam van het ASCII-bestand in waarin u de coördinaten voor de punten hebt gedefinieerd. Het bestand wordt in de modelmap gezocht. |
Platen en profielen maken |
Definieer of platen of profielen worden gemaakt. Standaard worden platen gemaakt. U definieert de plaateigenschappen op het tabblad Plaat en de profieleigenschappen op het tabblad Profiel. |
Platen worden gemaakt:
|
|
Profielen worden gemaakt:
|
|
Platen en profielen worden gemaakt:
|
|
Aantal extra punten |
Definieer of er extra punten tussen de aangewezen punten worden gemaakt of coördinaten worden ingesteld om de platen egaal te maken. |
Aantal extra punten: 0
|
|
Aantal extra punten: 3
|
|
Methode voor het calculeren extra punten |
Als de gebogen platen een boog vormen, definieert u of er met de boog voor berekening van extra punten rekening wordt gehouden. |
Bij de optie 1ste orde wordt voor de berekening van extra punten geen rekening gehouden met de boog.
|
|
Bij de optie 3de orde wordt wel rekening gehouden met de boog en worden de extra punten in dezelfde boog als de oorspronkelijke punten geplaatst.
|
|
De optie Cardinal spline total length gebruikt Cardinal Spline-interpolatie voor alle punten. |
|
De optie Cardinal spline in middle gebruikt Cardinal Spline-interpolatie alleen voor middelpunten. |
|
Smoothness spline 0-1 |
Definieer de smoothness spline. |
Coplane distance |
Definieer de coplane distance. |
Maak punten |
Definieer of punten op elke coördinaat worden geplaatst. |
Op elke coördinaat worden punten geplaatst:
|
|
Geen punten:
|
|
Sluit curve |
Definieer of de contour wordt gesloten. |
Contour wordt gesloten:
|
|
Contour wordt niet gesloten:
|
Tabblad Plaat
Gebruik het tabblad Plaat om de plaateigenschappen en -positie te definiëren.
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Plaat |
Dikte van de driehoekige plaat. |
Optie | Beschrijving | Standaard |
---|---|---|
Pos. nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam | De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. | |
Klasse | Onderdeelklassenummer. |
Offset
Definieer de positie van de driehoekige platen ten opzichte van de aangewezen punten of de coördinaten.
Platen samenvoegen
Definieer of de driehoekige platen aan elkaar worden gekoppeld.
Selecteer de optie Las als u de driehoekige platen later moet uitslaan. De driehoekige platen vormen een merk dat kan worden uitgeslagen door Uitslaan oppervlakten (21) te gebruiken.
Tabblad Profiel
Gebruik het tabblad Profiel om de profieleigenschappen en -positie te definiëren.
Profiel
Optie |
Beschrijving |
---|---|
Profiel |
Definieer het profiel door het in de profielendatabase te selecteren. |
Optie | Beschrijving | Standaard |
---|---|---|
Pos. nr. |
Prefix en startnummer voor het positienummer van het onderdeel. Sommige componenten hebben een tweede rij met velden waarin u het positienummer van het merk kunt invoeren. |
Het standaard startnummer van het onderdeel wordt gedefinieerd in de categorie Componenten in het menu . |
Materiaal |
Materiaalkwaliteit. |
Het standaardmateriaal wordt gedefinieerd in het vak Materiaal van onderdelen in de categorie Componenten in het menu . |
Naam | De naam die in tekeningen en lijsten wordt weergegeven. | |
Klasse | Onderdeelklassenummer. |
Profieloriëntatie
Gebruik de opties Positie in vlak, Rotatie en Positie in diepte om de oriëntatie van het profiel te definiëren.
Tabblad Afwerkingen
Gebruik het tabblad Afwerkingen om afwerkingen voor de gemaakte driehoekige platen te definiëren.
|
Selecteer de vorm van de afwerking. |
X, Y |
Voer de coördinaten van de x- en y-richting in. |
Positie |
Selecteer de relatieve positie voor elk hoekpunt. Aangewezen punten zijn de invoerpunten van de component. Extra punten zijn punten die de component maakt. Voer het aantal extra punten op het tabblad Parameters in om de fragmentatie van het resultaatoppervlak te definiëren. |
Hoekvoorwaarden |
Stel de hoekinterval voor elk hoekpunt in. Als u bijvoorbeeld > 0 en < 90 instelt, liggen alle hoeken tussen de 0 en 90. |