U kunt een Service Pack installeren om een Tekla Structures-versie of een vorig Service Pack bij te werken. Service Packs kunnen nieuwe functies, en verbeteringen en oplossingen voor bestaande functies bevatten.

1. Installeer software van het Service Pack van Tekla Structures.
   1. Download het software-installatiebestand van het Service Pack vanaf Tekla Downloads naar uw computer.
   2. Dubbelklik op het installatiebestand om de installatie uit te voeren.
   3. Volg de stappen in de installatiewizard om de installatie te voltooien.

      Als u de gerelateerde Tekla Structures-versie of een vorig Service Pack al hebt geïnstalleerd, kunt u de installatiemap niet selecteren. Het Service Pack wordt in dezelfde map geïnstalleerd als de versie die u bijwerkt.

      Als u de gerelateerde Tekla Structures-versie of een vorig Service Pack niet hebt geïnstalleerd, kunt u de installatiemap en de modelmap selecteren.

2. Installeer de Tekla Structures-omgevingen.

   De locatie van de omgevingsinstallatiemap hangt af van waar u de software hebt geïnstalleerd. U kunt de omgevingsinstallatiemap niet in de installatiewizard selecteren.

   U hoeft geen omgevingen te verwijderen. Het installeren van een nieuwere versie van een omgeving werkt automatisch de oudere versie van die omgeving bij.

   1. Download de benodigde omgevingsinstallatiebestanden vanaf Tekla Downloads naar uw computer.
   2. Dubbelklik op het installatiebestand om de installatie uit te voeren.
   3. Volg de stappen in de installatiewizard om de installatie te voltooien.

      U kunt in de installatiewizard selecteren dat de bestanden met omgevingsinstellingen (.tsep) worden geïnstalleerd wanneer de installatiewizard voor de omgeving wordt uitgevoerd.

      Als u niet selecteert om dit te doen, worden de bestanden met omgevingsinstellingen in de omgevingsmap geïnstalleerd wanneer u Tekla Structures na de installatie start. Tekla Structures opent een dialoogvenster waarin de voortgang van de installatie wordt weergegeven.