Voorbeeld 1
Het logboekbestand numberinghistory.txt wordt na één betonbalk B/20 gemaakt en genummerd:


1
|
Positienummer van onderdeel.
Het onderdeel met het GUID ID510F595D-0000-0030-3133-353939383335 is een onderdeel van de nummeringreeks Concrete_B-20/1.
Het onderdeel wordt het eerste onderdeel in de nummeringreeks: Concrete_B-20/0 -> Concrete_B-20/1.
|
2
|
Merkpositienummer.
Het merk-ID van het onderdeel is ID510F595D-0000-002F-3133-353939383335.
Het onderdeel behoort tot de nummeringreeks voor het merk B/20 , die ook de nummeringreeks voor het betonelement is.
De onderdeel krijgt het merkpositienummer: B/20: B/0 -> B/20.
|
Voorbeeld 2
Het logboekbestand numberinghistory.txt wordt na nog een betonbalk B/21 gemaakt en genummerd:


1
|
Het onderdeelpositienummer van het nieuwe onderdeel.
Het onderdeel met het ID ID510F595D-0000-0030-3133-353939383335 is onderdeel van de nummeringreeks Concrete_B-20/1.
Het onderdeel wordt het tweede onderdeel in de nummeringreeks: Concrete_B-20/0 -> Concrete_B-20/2.
|
2
|
Merkpositienummer.
Het merk-ID van het onderdeel is ID510F595D-0000-002F-3133-353939383335.
Het onderdeel behoort tot de nummeringreeks voor het merk B/20 , die ook de nummeringreeks voor het betonelement is.
De onderdeel krijgt het merkpositienummer: B/20 B/0 -> B/21.
|