Objecteigenschappen opslaan en laden

Tekla Structures
2018i
Tekla Structures

Objecteigenschappen opslaan en laden

U kunt sets met eigenschappenbestanden voor model- en tekeningobjecten opslaan en deze eigenschappen later laden wanneer u nieuwe objecten maakt. Tekla Structures slaat de eigenschappenbestanden in de modelmap op.

U kunt objecteigenschappen in het eigenschappenvenster of in een dialoogvenster opslaan en laden, afhankelijk van het objecttype.

Eigenschappen in het eigenschappenpaneel opslaan en laden

Gebruik het eigenschappenvenster om de eigenschappen op te slaan en te laden van

U kunt ook voordat u met modelleren begint een set eigenschappen definiëren voor elk object dat u van plan bent te maken en zodoende tijd besparen.

  1. Dubbelklik op een modelobject om de huidige eigenschappen in het eigenschappenvenster weer te geven.
  2. Wijzig in het eigenschappenvenster de eigenschappen die u wilt opslaan of voer deze in.
  3. In het vak naast de knopvoert u een naam voor de nieuwe set eigenschappen in.

    Bijvoorbeeld MijnEigenschappen.

  4. Klik opom de eigenschappen op te slaan.

    De set eigenschappen wordt nu opgeslagen en aan de lijst met eigenschappenbestanden in de huidige modelmap toegevoegd:

  5. Als u de opgeslagen set met eigenschappen wilt laden, selecteert u het eigenschappenbestand in de lijst.
    • Als u een object in het model selecteert en een eigenschappenbestand in het eigenschappenvenster laadt, worden de eigenschappen en gebruikersattributen (UDA's) direct geladen en de waarden die anders zijn dan van het momenteel geselecteerde object worden in het eigenschappenvenster geel gemarkeerd. Klik op Wijzigen om de nieuwe waarden toe te passen.

      Als er alleen wijzigingen in de UDA-waarden in het UDA-dialoogvenster en niet in de waarden in het eigenschappenvenster zijn, wordt de knop Wijzigen niet geactiveerd. Klik in het UDA-dialoogvenster op Wijzigen om de UDA-waarden te activeren.

    • Als u in het model een commando voor het maken van een object start en een eigenschappenbestand in het eigenschappenvenster laadt, worden de eigenschappen en gebruikersattributen (UDA's) direct gebruikt en maakt Tekla Structures het object met de geladen waarden.

    Note:

    Als het UDA-dialoogvenster is geopend wanneer u een eigenschappenbestand in het eigenschappenvenster laadt, wordt het UDA-dialoogvenster bijgewerkt en worden de in het bestand opgeslagen waarden van de gebruikersattributen weergegeven. Als u echter eerst een object selecteert en een eigenschappenbestand laadt en pas dan het UDA-dialoogvenster opent, worden in het dialoogvenster de UDA-waarden van het geselecteerde object weergegeven.

    Als u wilt controleren welke UDA-waarden in een bestand worden opgeslagen, moet u eerst het UDA-dialoogvenster openen of het eigenschappenbestand na het openen van het UDA-dialoogvenster opnieuw openen.

  6. U brengt als volgt wijzigingen in een bestaande set met eigenschappen aan:
    1. Laad de set met eigenschappen die u wilt wijzigen.
    2. Wijzig de eigenschappen.
    3. Klik op.

      Tekla Structures slaat de wijzigingen op in het bestand dat in de lijst wordt weergegeven, waarbij de oude set met eigenschappen wordt overschreven.

      De gewijzigde eigenschappen worden de nieuwe huidige eigenschappen. Tekla Structures gebruikt de huidige eigenschappen de volgende keer dat u een object van hetzelfde type maakt.

      Als u een object met de standaardwaarden in plaats van de nieuwe huidige waarden wilt maken, laadt u eerst het standaardbestand.

Eigenschappen in een dialoogvenster opslaan en laden

Gebruik deze methode met eigenschappen die in een traditioneel dialoogvenster worden weergegeven. Bijvoorbeeld venstereigenschappen.

  1. Open het eigenschappendialoogvenster.
  2. Voer in het dialoogvenster de eigenschappen in die u wilt opslaan.
  3. In het vak naast de knop Opslaan als voert u een naam voor de nieuwe set eigenschappen in.

    Bijvoorbeeld MijnEigenschappen.

  4. Klik op Opslaan als.

    De set eigenschappen wordt nu aan de lijst met eigenschappenbestanden in de huidige modelmap toegevoegd:

  5. Als u een set met eigenschappen wilt laden, selecteert u de set in de lijst en klikt u vervolgens op Laad.
  6. U brengt als volgt wijzigingen in een bestaande set met eigenschappen aan:
    1. Laad de set met eigenschappen die u wilt wijzigen.
    2. Wijzig de eigenschappen.
    3. Klik op Opslaan.

      Tekla Structures slaat de wijzigingen op in het bestand dat in de lijst wordt weergegeven, waarbij de oude set met eigenschappen wordt overschreven.

Bestaande eigenschappen verwijderen

U kunt de door de gebruiker gedefinieerde eigenschappenbestanden handmatig verwijderen door deze uit de map \attributes van het model te verwijderen. Vooraf gedefinieerde objecteigenschappen kunnen niet worden verwijderd.

  1. Verwijder het gewenste bestand met eigenschappen uit de map \attributes van het model.

    De eigenschappen kunnen afhankelijk van hun type verschillende bestandsextensies hebben. Raadpleeg voor meer informatie Modelmapbestanden en bestandsextensies.

  2. Start Tekla Structures opnieuw op.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende