Gebruik van de exacte tekeningaanzichtschaal en het automatische tekeningformaat is erg handig, bijvoorbeeld wanneer het aantal, het formaat of de positie van de tekeningaanzichten kunnen worden gewijzigd.
- Klik op het tabblad Tekeningen & Lijsten op Tekening eigenschappen en selecteer een tekeningtype.
- Laad tekeningeigenschappen die zo dicht mogelijk aansluiten op degene die u nodig hebt.
Klik op Opmaak.
Stel Wijze van formaat bepalen in op Automatische formaten.
Selecteer de set tekeningformaten die in Tekla Structures moet worden gebruikt. U beschikt over de volgende opties:
Berekende formaten : gebruik deze optie als u de voorwaarden wilt definiëren die Tekla Structures volgt wanneer het probeert het tekeningformaat aan te passen.
Vaste formaten : gebruik deze optie als u vaste tekeningformaten A2, A3, A4 enzovoort wilt gebruiken.
Berekende/Vaste formaten : gebruik deze optie als u wilt dat Tekla Structures het kleinste formaat uit de geschikte formaten selecteert.
Ga naar het tabblad Schaal en stel Autom. verschalen in op Nee.
Op deze manier wordt in Tekla Structures de exacte schaal gebruikt die u voor de hoofdaanzichten en doorsneden hebt ingesteld.
- Klik op Maken aanzicht , selecteer het aanzicht en de eigenschappen die u wilt wijzigen en klik op Venster eigenschappen.
- Op het tabblad Attributen 1 stelt u in op Schaal.
- Sla de aanzichteigenschappen op en klik op Sluiten.
Klik op Opslaan om de tekeningeigenschappen op te slaan, klik vervolgens op OK en maak de tekening.
Als u de tekening maakt, worden in Tekla Structures de vensters met de geselecteerde schaal gemaakt en wordt het kleinste tekeningformaat gebruikt waar de tekeningvensters in passen. Tekla Structures moet wellicht ook de template-opmaak aanpassen aan het nieuwe tekeningformaat. Vervolgens wordt een andere geschikte template-opmaak gebruikt binnen dezelfde opmaak die in de tekeningeigenschappen is opgegeven.