Opties voor het aanpassen van afdrukbestandsnamen

Tekla Structures
2018
Tekla Structures

Opties voor het aanpassen van afdrukbestandsnamen

Gebruik de volgende opties als u de indeling van de afdrukbestandsnaam wilt aanpassen. Als u deze in een .ini -bestand definieert, gebruikt u het dubbele teken %%. Gebruik één enkele % in het dialoogvenster Geavanceerde opties.

Optie

Voorbeeld van het resultaat

Beschrijving

%NAME%

%DRAWING_NAME%

P_1

Standaardtekeningnaam met de notatie prefix_nummer voor de bestandsnaam.

%NAME.-%

%DRAWING_NAME.-%

P-1

Standaardtekeningnaam met de notatie prefix-nummer voor de bestandsnaam.

%NAME.%

%DRAWING_NAME.%

P1

Positie van onderdeel, merk of betonelement met de indeling prefixnummer voor de bestandsnaam.

%REV%

%REVISION%

%DRAWING_REVISION%

2

Het revisienummer van de tekening als Inclusief revisielabel in bestandsnaam in het dialoogvenster Tekeningen afdrukken is ingeschakeld.

%REV_MARK%

%REVISION_MARK%

%DRAWING_REVISION_MARK%

B

Het revisielabel van de tekening als Inclusief revisielabel in bestandsnaam in het dialoogvenster Tekeningen afdrukken is ingeschakeld.

%TITLE%

%DRAWING_TITLE%

PLATE

Tekeningtitel uit het dialoogvenster met tekeningeigenschappen.

%UDA:<gebruikersattribuut tekening>%

Geverfd

Waarde van een gebruikersattribuut van een tekening. De gebruikersattributen van een tekening worden gedefinieerd in het bestand objects.inp. De werkelijke waarden voor de gebruikersattributen worden in het dialoogvenster met tekeningspecifieke gebruikersattributen ingevoerd.

%REV? - <tekst>%

2 - Rev

Hiermee worden voorwaardelijke prefixen toegevoegd. Als in dit voorbeeld REV bestaat, wordt met Tekla Structures de tekst tussen ? en % toegevoegd aan de bestandsnaam.

%TPL:<template-attribuut>%

Base plate

U kunt hier templateattributen gebruiken die u kunt vinden in de Template Editor. De werkelijke waarden voor deze attributen worden in het dialoogvenster met tekeningeigenschappen ingevoerd. Voorbeelden:

  • %TPL:TITLE1%

  • %TPL:TITLE2%

  • %TPL:TITLE3%

  • %TPL:DR_DEFAULT_HOLE_SIZE%

  • %TPL:DATE%

  • %TPL:TIME%

  • %TPL:DR_DEFAULT_WELD_SIZE%

Opmerking:

De schakelopties voor de bestandsnaam van de afdrukuitvoer %DRAWING_NAME% en %NAME% die een onderstreping in de bestandsnaam van de afdruk moet produceren (P_1) werken niet als XS_ASSEMBLY_POSITION_NUMBER_FORMAT_STRING geen scheidingsteken tussen de waarden gebruikt (bijvoorbeeld %ASSEMBLY_PREFIX%%ASSEMBLY_POS% ) of als XS_USE_ASSEMBLY_NUMBER_FOR is ingesteld.

U laat de schakelopties als volgt laten werken:

  • Als u XS_ASSEMBLY_POSITION_NUMBER_FORMAT_STRING wilt gebruiken, gebruikt u een punt (.) slash (/) of afbreekstreepje (-) tussen de waarden, bijvoorbeeld %ASSEMBLY_PREFIX%.%ASSEMBLY_POS% of iets dergelijks.
  • Laat XS_USE_ASSEMBLY_NUMBER_FOR leeg.
Was dit nuttig?
Vorige
Volgende