IFC Classification Reference
U beschikt sinds Tekla Structures 2016 over de mogelijkheid om een classificatie referentie code te exporteren als IfcClassification en IfcClassificationReference.
De classificering- en coderingssystemen zijn elementgericht en worden derhalve toegekend op merkniveau.
Bij de IFC export (IFC2x3) dient de optie Merken aangevinkt te worden. Het classificering- en coderingssysteem wordt met deze export enkel op merkniveau geëxporteerd.
Bij de IFC4 export wordt het classificering- en coderingssysteem ook op onderdeelniveau geëxporteerd. Indien het exporteren van merken niet gewenst is, maar het exporteren van een classificering- en coderingssysteem wel gewenst is, zou er voor een IFC4 export gekozen kunnen worden.
Het vullen van de IFC Classificatie Referentie Codes
Het invullen van deze waarden kan op verschillende manieren. Dit wordt verderop in dit artikel beschreven. Voor alle methoden dient de te exporteren classificatie ingevuld te worden bij de projecteigenschappen. Het te exporteren classificatiesysteem dient te worden gespecificeerd op het tabblad IFC export in de gebruikersattributen van de Project eigenschappen. In het gebruikersattribuut Classificatiesysteem wordt de UDA ingevuld welke als classificatiesysteem wordt gehanteerd. In dit artikel wordt als voorbeeld de UDA NL-SfB gehanteerd.
Vervolgens kan voor ieder merk in het gebruikersattribuut NL-SfB de gewenste codering worden ingevuld, bijvoorbeeld:
De classificatie en de classificatie referentie code worden in het te exporteren IFC-bestand weggeschreven.
In bepaalde IFC viewers worden deze gegevens herkend en op daarvoor bestemde locatie getoond.
Voorbeeld in Trimble Connect:
Er kan gegroepeerd worden op de classificaties en er kunnen kleuren aan de groepen worden toegekend:
Voorbeeld in BIMvision:
In sommige viewers, zoals BIMvision, is een aparte functie beschikbaar om de classificaties weer te geven:
In onderstaande hoofdstukken worden de verschillende methoden om de classificatiecodes aan Tekla Structures objecten toe te voegen uitgelegd:
Handmatig invullen
Bij de merkeigenschappen op het tabblad IFC export kan de betreffende code worden opgegeven:
Organisator
Ga in het lint naar Beheren > Organisator.
Schakel in de instellingen de optie Storteenheden ingeschakeld uit. Meer informatie over deze optie vindt u hier. Sluit vervolgens het instellingen dialoogvenster.
In de Organisator kan een Eigenschappencategorie met een classificatie aangemaakt worden.
Klik hier voor een voorbeeld. In dit voorbeeld kan stap 3 worden overgeslagen. In plaats daarvan kan het reeds bestaande gebruikersattribuut NL-SfB gebruikt worden.
In de installatie is reeds een Eigenschappencategorie voor de NL-SfB codering toegevoegd. Er is er zowel een beschikbaar voor het vullen van de NL-SfB codering op merkniveau als op onderdeelniveau. Er kan slechts één van de twee categorieën worden geïmporteerd. Het is daarom aan de gebruiker welke gewenst is om te importeren. Het is het meest gangbaar om de NL-SfB codering op merkniveau te vullen. Exporteert u een IFC met de IFC export optie Merken uitgeschakeld? Kies er dan voor om de informatie op onderdeelniveau te vullen.
In onderstaand voorbeeld wordt het vullen van de NL-SfB codering op merkniveau getoond. Het is als volgt mogelijk om de Eigenschappencategorie te importeren:
Blader naar het bestand NL-SfB_Merk_BIM_Basis_ILS_incl_code_en_omschrijving.category in de map C:\TeklaStructures\<versie>\Environments\Netherlands\General\Organizer\ProjectOrganizerData en klik op Importeren.
Merk op dat er eigenschappencategorieën zijn met een zwart en met een blauw symbool:
- De categorieën met een zwart symbool bevatten geen objectgroepen. Dat betekent dat er niet automatisch op basis van objectgroepen merken aan de categorie worden toegekend.
- De categorieën met een blauw symbool bevat we één objectgroep of meerdere objectgroepen. Dat betekent dat er automatisch op basis van de objectgroepen merken aan de categorie worden toegekend.
De merken welke nog niet aan een categorie zijn toegekend, staan in de categorie Niet-gecategoriseerd. Door deze categorie te selecteren, worden de niet gecategoriseerde merken zichtbaar in de objectbrowser.
U kunt zelf naar wens objectgroepen toevoegen aan eigenschappencategorieën, zodat uw merken automatisch aan de gewenste eigenschappencategorieën worden toegekend. U kunt eventueel ook handmatig merken selecteren vanuit de objectbrowser en deze in de gewenste eigenschappencategorieën slepen.
Na het synchroniseren wordt de informatie van de eigenschappencategorieën weggeschreven naar de gebruikersattributen van de merken:
Na synchronisatie zijn de coderingen weggeschreven in het model. De eigenschappencategorieën zijn zo gedefinieerd dat er drie UDA's gevuld worden met informatie, namelijk een samengestelde code met omschrijving, code en omschrijving:
De macro Classification Interoperability (ML080)
Zie de helpfile van deze macro.
Vul UDA vanuit Excel (ML008)
Voldoet een object aan de gestelde voorwaarden dan wordt de referentiecode bij de merkeigenschappen weggeschreven.
In de map .\netherlands\system is een voorbeeldbestand “Classificaties.xlsx” beschikbaar waar op de bladen “NL-SfB” en “StabuElement” een opzet voor deze classificaties is gemaakt. Uiteraard kunt u dit naar eigen inzicht aanpassen en/of uitbreiden.
In de macro Vul UDA vanuit Excel (ML008) zijn de instellingen “NL-SfB” en “StabuElement” beschikbaar. Selecteer voor de uitvoering van deze instellingen in het model op Merkniveau.
Voor meer informatie over de werking van de macro Vul UDA vanuit Excel (ML008) zie de bijbehorende Help.